Veelgestelde vragen

21 juli 2023

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft over deze kwestie in 2011 een uitspraak gedaan omdat de bestaande regelgeving niet duidelijk genoeg was. Een citaat uit deze uitspraak:

'Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het van belang is dat bij een verzuimbegeleidingstraject een werknemer steeds over dezelfde informatie beschikt als die de werkgever heeft verkregen van de bedrijfsarts. Om die reden dient een bedrijfsarts steeds alle informatie met betrekking tot de verzuimbegeleiding van een werknemer die hij aan de werkgever verstrekt, onverkort en schriftelijk te verstrekken aan de werknemer.'

Dus de terugkoppeling (advisering van de bedrijfsarts op grond van een verzuimconsult) dient schriftelijk, gelijkluidend en gelijktijdig1 te geschieden aan werkgever én werknemer!

In geen geval mag de werkgever invloed hebben op de inhoud van de schriftelijke terugkoppeling, in die zin dat hij deze vooraf ter goedkeuring krijgt voorgelegd en in de terugkoppeling wijzigingen kan aanbrengen. Want dan zou er inderdaad verschil kunnen ontstaan tussen de boodschap aan de werkgever en die aan de werknemer.

Het ligt vast dat de werknemer geïnformeerd moet worden (Wbp):
  • Voor de arbodienst en de bedrijfsarts is een informatieplicht jegens de zieke werknemer (artikel 33 Wbp). Dit betekent dat de arbodienst dan wel bedrijfsarts de zieke werknemer vooraf dient te vertellen voor welk doel hij gegevens opvraagt dan wel onderzoek uitvoert. Tevens dient de werknemer te worden verteld welke informatie (terugkoppeling) hij zal verstrekken aan de werkgever.
  • De bedrijfsarts of arbodienst dient de zieke werknemer uit oogpunt van zorgvuldigheid vooraf te informeren over de gegevens die hij aan diens werkgever gaat verschaffen (artikel 6 Wbp).

NB. Bedrijfsartsen die zich er niet aan houden zijn tuchtrechtelijk aansprakelijk.


1 Je advies als bedrijfsarts moet van te voren met de werknemer besproken worden, conform de Leidraad Bedrijfsarts en Privacy. Wat je gaat versturen, en de verzending gebeurd gelijktijdig. Door bijv. verschil in systeem bijv. mail en post kan het zijn dat er verschil in ontvangst is, maar dat zou nooit meer dan een enkele dag moeten zijn. Gelijktijdigheid betekent niet dat het ook gelijktijdig ontvangen dient te worden. De NVAB acht het wel redelijk dat de bedrijfsarts er zorg voor draagt dat een verschil in ontvangst niet onredelijk lang duurt (hooguit een enkele dag).


Lees meer

« Terug naar index

16 januari 2024

In de probleemanalyse moet de bedrijfsarts de werkgerelateerdheid benoemen. De bedrijfsarts mag ook in gewenste oplossingsrichtingen adviseren (zoals werkplekonderzoek of een gesprek met werkgever). Maar wil bedrijfsarts dat nader specificeren, dan is daar toestemming van de werknemer voor nodig, in lijn met de Leidraad Bedrijfsarts en privacy. Van belang is dat er geen medische info in de probleemanalyse terecht komt.

Op het probleemanalyseformulier-format[1] van het UWV staat een aantal items genoemd waarvan de NVAB van mening is dat bedrijfsartsen deze informatie niet (zonder expliciete toestemming) moeten invullen/ aankruisen. Het gaat om de volgende onderwerpen:

Vangnetsituaties
Ten aanzien van het melden van vangnetsituaties geldt het volgende. De bedrijfsarts heeft geen wettelijke plicht de werkgever over een mogelijke vangnetsituatie te informeren. Hij kan volstaan om de werknemer te wijzen op diens meldplicht zodra zich het vermoeden voordoet dat een vangnetsituatie van toepassing is (of kan zijn). Zelf melding maken van een mogelijke vangnetsituatie aan de werkgever mag de bedrijfsarts alleen na expliciete toestemming van de werknemer. Zelfs met toestemming mag de bedrijfsarts de werkgever niet vertellen welke vangnetsituatie van toepassing is of zou kunnen zijn.
Werkgever kan 2 maanden na aanvang dienstverband zelf vragen of er een no-riskpolis van toepassing is. Dat is niet de verantwoordelijkheid van de arbodienst maar van werkgever zelf.
(Zie de FAQ ‘Moet een vangnetsituatie bij werkgever en UWV worden vermeld?’)

Beroepsziekte
Bedrijfsarts moet (het vermoeden van) een beroepsziekte anoniem melden bij het NCvB op basis van de Arbeidsomstandighedenwet art.9 lid 3. In de probleemanalyse mag (het vermoeden van) een beroepsziekte niet worden aangegeven (dat valt onder het medisch beroepsgeheim), alleen de werkgerelateerdheid mag worden vermeld. Alleen al om die reden vindt de NVAB dat bedrijfsartsen het wel/niet hebben van een (vermoedelijke) beroepsziekte niet (zonder expliciete toestemming) moeten invullen/ aankruisen op het probleemanalyse-formulier van het UWV. (Zie de FAQ ‘Mag bedrijfsarts aan werkgever melden dat een werknemer een beroepsziekte heeft?’) Aanvullend geldt dat binnen de eerste 6 weken van verzuim het regelmatig nog onvoldoende informatie bekend zal zijn om een (mogelijke) beroepsziekte te duiden.


[1] Het UWV format ‘Probleemanalyse’ is een document dat niet meer wordt geactualiseerd door UWV. Er is geen verplichting om dit format te gebruiken.


Lees meer

« Terug naar index

20 oktober 2023

Ervan uitgaand dat de probleemanalyse geen strikt medische informatie bevat, hoort de bedrijfsarts dit document te delen met werknemer én werkgever. De werknemer kan dit niet verhinderen met een beroep op de privacyregels.

Strikt medische informatie verstrekt de bedrijfsarts uitsluitend met toestemming van de werknemer aan de werkgever.

De werknemer is ingevolge het BW[1] verplicht mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak (pva). De werkgever moet dit pva samen met de werknemer opstellen. Om dit pva te kunnen opstellen stelt de bedrijfsarts uiterlijk in week 6 na de ziekmelding een probleemanalyse op en een re-integratieadvies.[2] Dit oordeel van de bedrijfsarts (analyse + advies) is onontbeerlijk voor het pva. De werknemer kan dus niet voorkomen dat de conclusies over belastbaarheid en mogelijkheden voor re-integratie aan de werkgever worden verstrekt.

20 oktober 2023

Nee, dat hoeft niet per se maar het kan wel praktisch zijn.

De werknemer heeft inzage- en correctierecht voordat een document, zoals de probleemanalyse, naar een derde gaat zoals bijvoorbeeld de werkgever. Zo wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld om fouten in het document te herkennen en te (laten) corrigeren nog voor deze fout bij een ander terecht komt. Dit recht volgt uit de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

De probleemanalyse kan tijdens, maar ook na het spreekuurcontact worden opgesteld als het inzage-en correctierecht maar gerespecteerd wordt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door de later opgestelde probleemanalyse eerst per mail of post aan de werknemer voor te leggen en pas daarna door te sturen aan een ander zoals de werkgever.

Naast het inzage-, en correctierecht heeft de werknemer er natuurlijk ook altijd recht op als éérste kennis te nemen van de inhoud van adviezen en documenten (zie de Leidraad Bedrijfsarts en Privacy). Dat zou kunnen door bijvoorbeeld de tekst van een advies woordelijk voor te lezen of de strekking ervan mee te delen, als de bedrijfsarts de precieze tekst op een later moment schrijft.

Het inzage-, en correctierecht is overigens niet hetzelfde en heeft ook niet dezelfde werking, als het blokkeringsrecht uit de WGBO. Met het blokkeringsrecht kan de werknemer voorkomen dat een document naar een derde verstuurd wordt als hij het niet eens is met de inhoud van een document. Dat recht is echter niet van toepassing op WVP- documenten zoals de probleemanalyse.

Lees meer

« Terug naar index

21 juli 2023

Ja, het is een wettelijke verplichting om het Actueel Oordeel en Medische Informatie aan UWV te leveren. Het UWV is gerechtigd een loonsanctie op te leggen als (één van beide) documenten niet tijdig opgeleverd wordt. Het document Medische informatie is bedoeld voor de verzekeringsarts en het document Actuele oordeel voor de arbeidsdeskundige. Beide documenten worden door de bedrijfsarts opgesteld als onderdeel van het re-integratieverslag (art. 65 Wet Wia), voorafgaand aan de Wia-aanvraag door werknemer.

Vorm Actueel Oordeel
Het Actueel oordeel bevat een omschrijving van de belastbaarheid van de werknemer en de stand van zaken met betrekking tot de re-integratie op dat moment. Dit mag in Inzetbaarheidsprofiel-achtige termen. De terminologie is niet dwingend maar het moet uiteraard wel duidelijk zijn wat de beperkingen en mogelijkheden van betrokkene zijn in de ogen van de bedrijfsarts.1
Het Actueel Oordeel is bestemd voor de arbeidsdeskundige en mag geen medische informatie bevatten. Zie de UWV Werkwijzer Poortwachter (o.a. p.9, 10, 31)


1 Om de communicatie tussen bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen te verbeteren is het BAR (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid & Re-integratie)-instrument in ontwikkeling. Het BAR-instrument beschrijft mogelijkheden, beperkingen en voorwaarden voor (ander) werk op een eenduidige manier voor alle drie de beroepsgroepen.


Lees meer

« Terug naar index

15 oktober 2024

Wettelijk gezien geldt er een ontslagverbod tijdens de eerste 104 weken van ziekte. Als de werknemer na afloop van die periode niet kan werken, dan kan het dienstverband door de werkgever opgezegd worden (art. 7:670 lid 1 BW) en kan werkgever hiertoe een ontslagaanvraag indienen bij UWV.

In art. 7:669 lid 3 sub b BW is vastgelegd dat de arbeidsovereenkomst alléén opgezegd kan worden als aannemelijk is dat geen herstel zal optreden binnen 26 weken en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht. Het is aan UWV om te toetsen of aan deze voorwaarden voldaan wordt. Daartoe verlangt UWV op basis van de Uitvoeringsregels van werkgever een verklaring van de bedrijfsarts, waarin de volgende vragen beantwoord dienen te worden:

  • de huidige (medische) mogelijkheden van werknemer voor werkhervatting
  • de prognose voor de komende 26 weken de eigen functie
  • de prognose voor het eigen werk in aangepaste vorm (bijvoorbeeld met aanpassingen ten aanzien van uren, werkrooster of taken)

De verklaring van de bedrijfsarts is bedoeld om het UWV in de gelegenheid te stellen zich een oordeel te vormen over de toekomstige re-integratiekansen van de werknemer. Zo wordt voorkomen dat ontslag wordt toegekend bij een werknemer wiens mogelijkheden nog gaan toenemen in de komende 26 weken. Vandaar dat de bedrijfsarts, die de werknemer immers goed kent en zich een goed beeld kan vormen van de situatie, gevraagd wordt deze verklaring te schrijven.

De NVAB is van mening dat bedrijfsartsen deze verklaring kunnen afgeven en in principe antwoord kunnen geven op de vragen die gesteld worden. De antwoorden liggen namelijk in lijn met de vragen die de bedrijfsarts bij ziekteverzuim sowieso dient te beantwoorden, te weten een uitspraak doen over de functionele beperkingen en ook over de actuele en toekomstige re-integratiemogelijkheden van een werknemer (zie de Leidraad Bedrijfsarts en privacy anno 2019, p.15). 

Om een goede inschatting te kunnen maken, zal de bedrijfsarts een spreekuur dienen te plannen. Dit betreft een zogenaamd spreekuur in opdracht (van de werkgever).  Er is geen toestemming nodig van de werknemer om de antwoorden op de gestelde vragen te delen met de werkgever. De medewerker heeft het recht (om ook) over dit advies een second opinion aan te vragen.

Mogelijk is in sommige situaties, bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag over de prognose voor het eigen werk in aangepaste vorm (bijvoorbeeld met aanpassingen ten aanzien van uren, werkrooster of taken), de inzet van de arbeidsdeskundige (opnieuw) aangewezen. Het staat de bedrijfsarts natuurlijk vrij erover te adviseren dat een bepaalde vervolg-interventie aangewezen is om antwoord te kunnen geven op (een deel van) de vraagstelling.

Ter aanvulling
Eind 2015 meende OVAL dat er geen wettelijke grondslag was voor zo’n advies. Inmiddels is er een besluit van het UWV dat de grondslag vormt (zie hieronder). 

Lees meer

« Terug naar index

20 juli 2023

De huidige jurisprudentie (2017), gebaseerd op de artikelen die de Autoriteit Persoonsgegevens noemt (zie hierna), luidt:

Bij een onderzoek op aanvraag van een bedrijfsarts in het kader van een lopende arbeidsovereenkomst geldt geen blokkeringsrecht. De onderliggende gedachte is dat de werkgever een gefundeerde inschatting moet kunnen maken betreffende de veiligheid van de tewerkstelling voor u en voor derden.

In de Beleidsregels ‘De zieke werknemer’ ( Autoriteit Persoonsgegevens, 2016) staat op pagina 14:

Wet op de Geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
De WGBO is rechtstreeks van toepassing op een vrijwillig bezoek1 aan de bedrijfsarts/arbodienst. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij een bezoek (op eigen initiatief) aan het arbeidsomstandighedenspreekuur of bij het (laten) verrichten van curatieve handelingen door de bedrijfsarts/arbodienst. Hieronder vallen ook geneeskundige handelingen en onderzoeken die de werkgever aanbiedt maar waaraan de werknemer niet verplicht hoeft deel te nemen. Bijvoorbeeld een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. In deze gevallen geldt dus óók artikel 7:457 BW en kan de bedrijfsarts/arbodienst alleen gegevens aan de werkgever verstrekken als er sprake is van een van de gronden voor doorbreking van de geheimhoudingsplicht.

Voor handelingen op het gebied van geneeskunst die de bedrijfsarts/arbodienst in opdracht van de werkgever verricht is de WGBO van overeenkomstige toepassing “voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet”. Indien de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet, geldt dus óók artikel 7:457 BW en kan de bedrijfsarts/arbodienst alleen gegevens aan de werkgever verstrekken als er sprake is van een van de gronden voor doorbreking van de geheimhoudingsplicht.

Bij bijvoorbeeld de uitvoering van verplichte keuringen tijdens het dienstverband verzet de aard van de rechtsbetrekking zich tegen (onverkorte) toepassing van artikel 7:457 BW. Daarom kan de bedrijfsarts/arbodienst de daarover noodzakelijke gegevens aan de werkgever verstrekken. Daarnaast heeft de wetgever in artikel 14, zesde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet expliciet geregeld dat de geheimhoudingsplicht van artikel 7:457 BW en het blokkeringsrecht van artikel 7:464 BW niet van toepassing zijn wanneer de bedrijfsarts/arbodienst werkzaamheden verricht voor de verzuimbegeleiding en re-integratie. De bedrijfsarts/arbodienst kan de voor de verzuimbegeleiding en re-integratie noodzakelijke gegevens dus aan de werkgever verstrekken.

In de memorie van toelichting op artikel 14 Arbeidsomstandighedenwet is benadrukt dat deze uitzondering op de geheimhoudingsplicht van artikel 7:457 BW niets afdoet aan het feit dat voor bedrijfsartsen het medisch beroepsgeheim (van artikel 88 Wet BIG) geldt en dat artikel 21 Wbp van toepassing is op de verwerking van gegevens over de gezondheid. De memorie wijst er daarbij op dat de bedrijfsarts wat de werknemer hem in vertrouwen vertelt niet aan derden,zoals de werkgever, mag doorgeven en dat artikel 21 Wbp de informatie over de gezondheid van de werknemer beperkt tot wat noodzakelijk is voor verzuimbegeleiding en re-integratie. De werkgever heeft de precieze medische achtergrond van de beperkingen van de werknemer niet nodig voor zijn verantwoordelijkheden, te weten loondoorbetaling en re-integratie. De werkgever heeft daarvoor voldoende aan de informatie over het bestaan van arbeidsongeschiktheid, de beperkingen van de werknemer en de mogelijkheden om werkhervatting te bevorderen.2


1 Situaties waarin de werknemer op eigen initiatief de bedrijfsarts/arbodienst raadpleegt.
2 Kamerstukken II 2004/05, 30 118, nr. 3, p. 140

 
Lees meer

« Terug naar index

 

17 april 2024

Soms hebben werkgevers met verzekeraars afspraken gemaakt over de vergoeding van bepaalde interventies door bepaalde leveranciers. Denk bij voorbeeld aan een psychologisch traject bij HSK, Cenzo, Skills, of een vergelijkbare provider. De werkgever kan bedrijfsarts dan om een ‘verklaring’ vragen voor de verzekeraar (met akkoord van werknemer). Bedoeling is dan dat de bedrijfsarts aangeeft dat hij/zij de betreffende interventie daadwerkelijk adviseert en bijvoorbeeld ook welk doel die interventie heeft.

In de Leidraad Bedrijfsarts en Privacy (H2., p.15) staat welke noodzakelijke informatie met derden gedeeld mag worden in het kader van verzuimbegeleiding en re-integratie en onder welke voorwaarden meer gedeeld mag worden. Voor interventies die werkgever vergoedt geldt het volgende:
‘Wanneer de bedrijfsarts het noodzakelijk vindt de werkgever andere en meer dan de toegestane informatie te verschaffen ten behoeve van de re-integratie dan bespreekt hij dit met de werknemer. Daaronder valt ook het advies over interventies die door de werkgever worden gefaciliteerd (o.a. financieel, mogelijkheid bieden om andere deskundigen/hulpverleners in het bedrijf te consulteren). De bedrijfsarts vraagt de werknemer gericht toestemming om die informatie die hij noodzakelijk acht aan de werkgever mee te delen. De werknemer dient zijn toestemming vrijwillig en doelgericht, schriftelijk of mondeling te geven (informed consent). De schriftelijke machtiging bewaart hij in het dossier. Van mondeling verkregen toestemming maakt de bedrijfsarts een aantekening in het dossier van de betreffende werknemer.’

Bij het verkrijgen van toestemming zal de bedrijfsarts met de werknemer moeten bespreken dat de werkgever het ontvangen advies / de verkregen verklaring door kan sturen aan derden, zoals een verzekeraar. Advies is om nooit méér gegevens te vermelden dan strikt noodzakelijk. In zijn algemeenheid zal de naam van de provider moeten volstaan en zou achterliggende (medische) reden niet relevant hoeven te zijn.

Lees meer

« Terug naar index

15 april 2024

Werknemer is kortgeleden in dienst gekomen en meldt zich ziek. Werkgever vraagt de bedrijfsarts of de klachten al bekend waren voor aanvang van het dienstverband. De bedrijfsarts mag hierover geen informatie geven. Volgens de Leidraad Privacy (H3.2 Bijzondere situaties, p.17) dient de bedrijfsarts zich zéér terughoudend dient op te stellen wanneer het gaat om het verstrekken van informatie aan de werkgever in zo’n situatie. De vraag is in feite een vraag naar een aanstellingskeuring na aanvang van het dienstverband en dat mag niet.

Tijdens de sollicitatie hadden werkgever en werknemer hierover in gesprek kunnen gaan. De werknemer heeft daarbij een mededelingsplicht. De sollicitant moet zijn beperkingen melden indien hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat hij zodanige medische beperkingen heeft dat die een belemmering vormen voor het goed uitoefenen van de nieuwe functie. Hij kan dan eventueel aangeven onder welke voorwaarden hij wel zou kunnen functioneren of vragen om een gesprek met de bedrijfsarts. Daar staat tegenover dat de werkgever de sollicitant goed dient te informeren over de belasting in de functie. Dit is bedoeld om de sollicitant in staat te stellen een afweging te maken.

Voor vragen over aanstellingskeuringen, zie onze webpagina over Aanstellingskeuringen en de website van de CKA (SER)

Lees meer

« Terug naar index

05 februari 2024

Voor een taxi chauffeurskaart wordt een medische verklaring gevraagd, afgegeven door een bedrijfsarts of gecertificeerde arbodienst én moet iemand in het bezit zijn van rijbewijs B. De chauffeurskaart is 5 jaar geldig, het rijbewijs normaliter langer. De chauffeurskaart wordt afgegeven door het Kiwa Register.1 In de medische verklaring wordt gevraagd te beoordelen of betrokkene geschikt is voor de functie van taxichauffeur. Dat betekent dat de bedrijfsarts niet alleen een medisch onderzoek doet maar in dit geval – op verzoek van betrokkene – ook een oordeel geeft over de medische geschiktheid voor de functie taxichauffeur ten behoeve van het KIWA-register. Deze keuring dient dan ook door een onafhankelijk bedrijfsarts te gebeuren.

Aangescherpte KIWA-eisen per 1 juni 2023
Voor bedrijfsartsen geldt dat de geneeskundige verklaring voortaan voorzien moet zijn van een originele stempel en originele handtekening van de bedrijfsarts die het geneeskundige onderzoek heeft uitgevoerd. Een overzicht van alle vereisten aan de geneeskundige verklaring is te vinden op de website van Kiwa.


1 Het Kiwa Register verwerkt aanvragen voor formele vergunningen en wettelijke bevoegdheden in de transportsector.


Lees meer

« Terug naar index

20 juli 2023

Werkgevers mogen geen medische gegevens van ziekgemelde werknemers registreren. Dat betekent volgens de AP dat de werkgever de werknemer ook niet mag vragen naar diens functionele mogelijkheden en beperkingen omdat daaruit mogelijk wel informatie over de gezondheid is te herleiden. Mits de werknemer dat in vrijheid kan doen (of laten) mogen werkgever en werknemer wel praten over taken en functies die de werknemer nog wel kan verrichten. Om iedere druk of dwang te voorkomen staat de AP erop dat dit gesprek over re-integratie alleen plaatsvindt op initiatief van de werknemer. Zo kunnen werkgever en werknemer ook zonder tussenkomst van de bedrijfsarts in gesprek gaan over re-integratie, zij het dat het gesprek beperkt moet blijven tot concrete (deel) functies of (deel) taken en alleen op initiatief van de werknemer.

De NVAB heeft in een gezamenlijke verklaring met andere partijen in het veld, de werknemers opgeroepen dat gesprek over re-integratie met de werkgever spontaan te beginnen tenzij er zwaarwegende bezwaren tegen bestaan. 

Nadat de bedrijfsarts geadviseerd heeft over de functionele mogelijkheden en beperkingen van werknemer is er meer mogelijk. Ná het advies van de bedrijfsarts kunnen werkgever en werknemer wel gerichter overleggen over de arbeidsmogelijkheden die resteren en daarbij wel de functionele mogelijkheden en beperkingen betrekken. Dit kan na een spreekuurcontact bij de bedrijfsarts of in een (bijstelling van) de probleemanalyse. De bedrijfsarts ziet er op toe dat in die rapportages geen medische gegevens terecht komen en voorts dat er alleen voor het lopende ziektegeval relevante gegevens over de belastbaarheid vermeld worden (zie NVAB-leidraad Bedrijfsarts en Privacy). Het advies van de bedrijfsarts zorgt er voor dat werkgever en werknemer gezamenlijk tot een effectief plan van aanpak kunnen komen zonder dat er medische gegevens uitgewisseld worden.

Lees meer

« Terug naar index

10 juli 2023

Deze vraag heeft betrekking op de toerekeningsvatbaarheid van de werknemer op het moment van ‘de agressie’. Het is geen taak van de bedrijfsarts zich hierover uit te laten. Hij zal overigens ook niet over de benodigde deskundigheid beschikken om dit te doen. De bedrijfsarts beperkt zich tot beoordeling van arbeidsgeschiktheid en eventueel noodzakelijke hulp en begeleiding van de werknemer in kwestie.

Indien de werkgever deze vraag beantwoord wil zien, dient hij zich te wenden tot een onafhankelijk arts met specifieke deskundigheid op dit gebied.

« Terug naar index