“Rook je? Dan noteer ik ‘ja’ van ‘jammer’ ” - Marcel de Ree, arts

22 juli 2020

Marcel de Ree, bedrijfsartsMarcel de Ree, arts bij Zorg van de Zaak en voormalig huisarts, gooit bij elke gelegenheid een klein balletje op over roken. “Ik vraag de cliënt wel altijd om toestemming: ‘Vind je het goed als we het even over het roken hebben?’ Toestemming is essentieel. Daarmee ontstaat ruimte voor een gelijkwaardig gesprek.”

Zorg van de Zaak biedt samen met het Rode Kruis Ziekenhuis het ‘Stoppen met roken’-begeleidingsprogramma aan, aan werkgevers. Naast zijn werk als arts begeleidt hij bijeenkomsten voor werknemers die overwegen om hun sigaretten aan de wilgen te hangen.

 

Hoge stoel

De Ree ging bij longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker in de leer om mensen bewust te maken van hun rookgedrag. Sindsdien past hij motivational interviewing toe in gesprekken over roken. “Het belangrijkste is dat je cliënten niet vanuit je hoge stoel gaat zitten vertellen hoe slecht roken wel is. Dat het ongezond is, weet iedereen wel. Bovendien: iemand die verslaafd is ga je geen verwijten maken. Die ga je helpen. In mijn geval: bewust maken en met kleine interventies stimuleren om te stoppen.”

Terloops

Roken is meestal niet de aanleiding voor een gesprek op het spreekuur van de bedrijfsarts. Toch creëert De Ree altijd een moment om het roken aan te stippen. “Samen met de cliënt neem ik eerst door wat voor werk iemand doet, hoe zijn privésituatie is en of er sprake is van ziektes of medicijnen. Dan komen we uit bij roken. Ik vraag: ‘Rook je?’. Als iemand instemmend antwoordt vraag ik ‘Echt? Je rookt? Dan noteer ik ‘ja’ van ‘jammer’.’ Dat leidt eigenlijk altijd tot een lach. En in die lach zeg ik: ‘Ik vind het écht jammer. Vind je het goed als we het er even over hebben?’ Zegt iemand ‘Nee’, dan laat ik het zitten en probeer ik het een andere keer weer. Je moet het onderwerp in ieder geval nooit te beladen maken. Vraag er terloops naar, doe het losjes. Niemand zit erop te wachten om door een andere volwassene de les gelezen te krijgen.”
De Ree vervolgt: “Als iemand toestemming heeft gegeven vraag ik of hij er al eens over heeft gedacht om te stoppen. Is het antwoord nee, dan vraag ik: ‘Heb je er echt nog nooit over nagedacht?’. Elke roker heeft ooit wel eens overwogen om te stoppen, ook al was het maar heel even. Op mijn vraag moét diegene bijna wel zeggen ‘Ja, ik heb er wel eens over nagedacht’.”

Deal

Dat is het moment om mensen te stimuleren. Dan zeg ik: ‘Ik wil een deal met je maken. Jij schaft het boek ‘Nederland stopt! met roken’ aan. Dat kost je twee tientjes en dat geld gaat grotendeels naar een goed doel. Je leest het boek en als je het niks vindt, dan neem je het de volgende keer mee naar mijn spreekuur. Dan krijg jij van mij twee tientjes terug.’ Die deal heb ik nu al ruim driehonderd keer gesloten. Nog nooit heeft iemand geld teruggevraagd.”

Sluiting rookruimtes

De Ree adviseert werkgevers om medewerkers te helpen met stoppen, bijvoorbeeld door een begeleidingsprogramma aan te bieden. In Nederland rookt ongeveer een kwart van de werknemers. Van de totale ziektelast komt 13,1 procent door roken en gemiddeld is een rokende werknemer drie weken minder productief dan een werknemer die niet rookt. “Zeker nu vóór 2022 alle rookruimtes in bedrijven gesloten moeten worden kun je als werkgever zeggen: ‘Ik ben verplicht om die ruimtes te sluiten, maar ik voel met jullie mee en wil jullie graag helpen’.”

Preventie

Bedrijfsartsen raadt De Ree aan om roken aan te kaarten in het SMT (Sociaal-Medisch Teamoverleg). “Aan ons wordt vaak gevraagd om mee te denken over het verzuimbeleid. Vooral aan de preventiekant valt veel te winnen. Roken hoort daar zeker in thuis. Daarnaast zou ik tegen álle artsen willen zeggen: maak van de gelegenheid gebruik om éven het roken aan te stippen. Als iedere arts dat doet, levert dat al tien procent stoppers op. Die kans moeten we niet laten liggen.”

Zie ook: