Hoe de bedrijfsarts de werkgever terzijde staat

13 juli 2020

Aan het werk tijdens de coronacrisis

De bedrijfsarts is voor werkgevers en werknemers een belangrijke steunpilaar tijdens de coronacrisis. Bijvoorbeeld bij het plannen van terugkeer naar werk, maar ook bij het vertalen van coronatestuitslagen naar adviezen voor werkgever en werknemer. Kinderopvangorganisatie SKSG in Groningen en bedrijfsarts Mariëlle van Aalst werkten aan een plan om de crisis het hoofd te bieden om antwoord te bieden op allerlei vragen. HRM-adviseur Joyce Sauer vertelt: ‘Wat doe je als mensen corona-achtige klachten hebben? Hoe ga je om met de werknemers die tot een risicogroep behoren? En hoe handel je als mensen angstig en onzeker zijn om met jonge kinderen te werken? Samen met onze bedrijfsarts Mariëlle van Aalst bedachten we in korte tijd een plan de campagne.’

De bedrijfsgeneeskundige expertise speelde een cruciale rol. Van Aalst: ‘Het is mooi dat ik zo veel medewerkers in korte tijd een persoonlijk advies kon geven over hun medische situatie in relatie tot hun werk.’ Ook gaf ze advies over maatregelen om de kans op besmetting op de werkplek zo veel mogelijk te verkleinen: ‘Als bedrijfsartsen streven we in de coronacrisis naar nul arbeidsgerelateerde incidenten op de werkvloer. We adviseren werkgevers dan ook graag over te treffen maatregelen.’

Testresultaten vertalen

Van Aalst werkt als zelfstandig bedrijfsarts voor diverse organisaties, die ze onder meer adviseert over coronamaatregelen. Ook heeft ze net als haar collega-bedrijfsartsen de mogelijkheid om werknemers direct door te verwijzen* naar de GGD voor een test als er een vermoeden van corona bestaat. ‘Uiteraard vertalen wij bedrijfsartsen het testresultaat ook naar een advies aan werkgever en werknemer. Voor SKSG heb ik dit bijvoorbeeld al een keer mogen doen.’ Over de samenwerking met SKSG is ze erg te spreken. ‘We hebben vaak aan een half woord genoeg. Dat is erg fijn.’

Thuisblijven

Een van de eerste besluiten die SKSG tijdens de coronacrisis nam, was dat alle werknemers die tot een risicogroep behoorden thuis zouden blijven en zo veel mogelijk vanuit huis zouden werken. ‘Het belang van onze werknemers stond voorop’, vertelt Sauer. ‘Met de medewerkers die wel aan het werk konden, hebben we de noodopvang vormgegeven.’ In de aanloop naar de opstart van de hele kinderopvangsector hebben Sauer en Van Aalst veel contact gehad. ‘We hebben in kaart gebracht hoeveel van de bijna 760 medewerkers tot een risicogroep behoorden en dus thuis zouden moeten blijven als de kinderopvang weer openging’, vertelt Van Aalst. ‘Dat bleek uiteindelijk om zo’n veertig tot vijftig pedagogisch medewerkers te gaan.’

Persoonlijk advies

Van deze groep bleek uiteindelijk zo’n 70 procent in staat om het werk weer op te pakken bij de herstart van de reguliere kinderopvang op 11 mei. Om hier duidelijkheid over te krijgen, voerde Van Aalst met al deze medewerkers een individueel gesprek. ‘Ik heb hun medische achtergrond in kaart gebracht en deze afgezet tegen hun huidige klachten. Vervolgens heb ik een risicoafweging gemaakt en hen op basis daarvan een persoonlijk advies gegeven. Veel mensen vonden dat erg fijn. Hun huisarts had bijvoorbeeld gezegd dat ze niet meer “op de groep mochten staan”, terwijl ik een genuanceerdere afweging kon maken.’

Lees het hele interview (pdf)

Zie ook

*Dit gesprek vond eerder plaats. Sinds juni is verwijzing door een arts om je te laten testen niet meer nodig.