FAQ: kanker en werk

11 vragen en antwoorden
Gerelateerd: Richtlijn kanker & werk

1. Kunnen werknemers die kanker hebben (gehad) wel of niet werken?

Dit verschilt uiteraard per persoon en per ziektesituatie, maar de meeste (ex-) kankerpatiënten kunnen na de behandeling van hun ziekte weer aan het werk. Soms is het zelfs mogelijk om tijdens de behandelingen (gedeeltelijk) te blijven werken. Maar het beeld is niet louter positief: een aanzienlijke groep worstelt met het vinden en behouden van een goede (nieuwe) balans.

Meestal eerst ziekteverzuim
In de meeste gevallen leiden de ziekte en de behandeling in eerste instantie tot ziekteverzuim.

  • Volgens onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) leiden de kankerdiagnose en -behandeling bij de meeste werknemers tot tijdelijk ziekteverzuim. De meerderheid van de patiënten is binnen een half jaar weer begonnen met werken.
  • In een 'doneer-je-ervaring' onderzoek van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) zegt bijna de helft (48%) van de werknemers zich (gedeeltelijk) te hebben ziekgemeld. Ruim een kwart (27%) meldt (al dan niet tijdelijk) te zijn gestopt met werken en nog eens bijna een kwart (24%) zegt (al dan niet tijdelijk) minder uren te zijn gaan werken.

Flinke groep krijgt te maken met veranderingen in het werk
Een flinke groep (ex-) kankerpatiënten krijgt te maken met veranderingen in de werksituatie.

  • Volgens het IKNL-onderzoek geeft 18% van de (ex-) patiënten in de werkzame leeftijd (werkenden én niet werkenden) aan dat hun werksituatie is veranderd. Bijna de helft van deze groep geeft aan minder uren te zijn gaan werken.
  • In het 'doneer-je-ervaring' onderzoek van NFK geeft 88% van de werknemers aan dat hun werksituatie (tijdelijk) is aangepast in verband met hun kanker(behandeling). Hieronder vallen ook de 27% die meldt (tijdelijk) te zijn gestopt met werken en de 24% die zegt (tijdelijk) minder uren te zijn gaan werken. Over het algemeen zijn de patiënten volgens dit onderzoek tevreden over de (tijdelijke) aanpassing in hun werksituatie, ze geven die een gemiddeld rapportcijfer van 7,4 (op een schaal van 0-10).

Aanzienlijke groep worstelt met vinden (nieuwe) balans 
Veel mensen met of na kanker ondervinden de nodige problemen bij het vinden en behouden van een goede balans en passend (nieuw) werkend perspectief. Zij kunnen wel werken en willen dat ook graag, maar hebben moeite om terug te keren in hun oorspronkelijke functie of om hun oude of nieuwe werk te behouden. 

  • Volgens het onderzoek van het IKNL is van de 18% die veranderingen in de werksituatie rapporteert een derde gestopt met werken en een tiende ontslagen. Bij 15% is er sprake van financiële problemen, een cijfer dat duidelijk hoger ligt dan bij de algemene bevolking (8%).
  • In het 'doneer-je-ervaring' onderzoek van NFK geeft één op de tien kankerpatiënten aan vanwege de kanker(behandeling) zijn baan te hebben verloren. Zo’n 20% meldt door beperkingen in het werk- en verdienvermogen deels of volledig arbeidsongeschikt te zijn geraakt. Volgens 60% heeft de ziekte of de behandeling gevolgen voor het inkomen, 50% zegt die als problematisch te ervaren.
  • Volgens ander 'doneer-je-ervaring' onderzoek van NFK ervaren (ex-) kankerpatiënten op het werk relatief weinig begrip van collega’s, leidinggevenden en werkgevers voor 'late gevolgen en effecten' (score 5,44 op een schaal van 0-10). Het gaat dan om langdurige veranderingen die mensen ervaren op psychisch, lichamelijk of cognitief gebied, en die een belemmering vormen in hun dagelijks functioneren. Denk bijvoorbeeld aan vermoeidheid, concentratieproblemen, seksuele problemen, angst voor terugkeer van de kanker, depressie, het werk niet goed kunnen uitvoeren, neuropathie of hart- en vaatziekten (zie ook vraag 4).

Terug naar index | Terug naar themapagina

2. Hoeveel werknemers hebben met het vraagstuk kanker en werk te maken?

Kanker en werk zijn een steeds vaker voorkomende combinatie. Het gaat ieder jaar om ongeveer 45.000 werknemers. Volgens cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) leven er in ons land anno 2019 zo’n 800.000 mensen bij wie in de twintig jaar ervoor kanker is vastgesteld. De verwachting is dat er in 2030 bijna één miljoen mensen zijn die kanker hebben of hebben gehad.

Verklaring is een samenspel van factoren
Dat het vraagstuk van kanker en werk zich steeds vaker voordoet, komt door een samenspel van factoren:

  • De beroepsbevolking vergrijst en gaat later met pensioen. Hierdoor omvat de gemiddelde loopbaan simpelweg meer tijdsruimte waarbinnen de ziekte zich kan voordoen.
  • We sporen de ziekte in een steeds vroeger stadium op. Dit vergroot de kans dat de diagnose nog tijdens het werkende leven wordt gesteld.
  • Nieuwe behandeltechnieken zorgen voor meer levend én werkend perspectief dan voorheen. In steeds meer gevallen waar de diagnose vroeger min of meer een doodvonnis was, is nu sprake van een beheersbare ziekte met een langdurig medisch stabiele situatie. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) heeft becijferd dat bijna twee derde van de patiënten die is behandeld, vijf jaar na de diagnose nog in leven is.

Een uitdaging voor alle betrokkenen
Aangezien het vraagstuk ‘kanker en werk’ zich steeds vaker voordoet, staan werkgevers, werknemers en zorgverleners ook steeds vaker voor de uitdaging om er zo goed mogelijk mee om te gaan. Zeker in grotere organisaties worden in de praktijk vroeg of laat altijd wel één of meerdere werknemers door de ziekte getroffen.

Terug naar index | Terug naar themapagina

3. Waarom is het belangrijk om bij kanker na te denken over de impact op het werk?

Veel mensen die kanker hebben (gehad) kunnen werken en willen dat ook graag. Begrijpelijk, want werk hebben is belangrijk in onze maatschappij en in ons leven. Tegelijkertijd vormt kanker(behandeling) juist op dit punt vaak een verstorende factor of bedreiging. 

Een inkomen... en nog veel meer
Werk geeft ons niet alleen een inkomen, maar ook waardering, sociale contacten, structuur, plezier en zingeving. Hiermee is werk ook een stimulerende en stabiliserende factor in ons leven. De diagnose kanker verstoort bij veel mensen het evenwicht en het bestaande werkperspectief. Zij kampen met vragen als: kan ik blijven werken en zo ja, lukt dat in mijn eigen functie of moet ik op zoek naar een ander werk? Wat betekent dit voor mijn inkomen, werkplezier en loopbaanperspectieven? Wat als ik werkloos of arbeidsongeschikt raak?

Bewuste keuzes maken
Dit zijn terechte vragen en zorgen, want in de praktijk heeft kanker(behandeling) meestal inderdaad impact op het werk en het vermogen om te werken (zie vraag 1). Het is belangrijk om hier tijdig - liefst in een zo vroeg mogelijk stadium - over na te denken. Vooral omdat dit invloed kan hebben op keuzes die de kankerpatient maakt ten aanzien van zijn behandeling. Vaak zijn afhankelijk van het type en het stadium van de kanker diverse behandelingen mogelijk, met uiteenlopende effecten op het werkvermogen. Omdat werk zo'n belangrijke rol speelt in ons leven, is het belangrijk dat mensen hier bewuste afwegingen over kunnen maken.

Terug naar index | Terug naar themapagina

4. Wat zijn 'late gevolgen en effecten' bij kanker(behandeling) en wat is eraan te doen?

Veel (ex-) kankerpatiënten ervaren langdurige veranderingen op psychisch, lichamelijk of cognitief gebied die een belemmering vormen in hun dagelijks functioneren. Denk bijvoorbeeld aan vermoeidheid, concentratieproblemen, seksuele problemen, angst voor terugkeer van de kanker, depressie, het werk niet goed kunnen uitvoeren, neuropathie of hart- en vaatziekten. Naar schatting zo'n 75% van de (ex-) kankerpatiënten heeft met zulke veranderingen te maken. Deskundigen maken onderscheid tussen 'late gevolgen' en 'late effecten'.

Late gevolgen
Met deze term worden de gevolgen aangeduid die door de ziekte en/of behandeling ontstaan en die aansluitend aan de behandeling optreden. Ze zijn soms wel en soms niet blijvend van aard. Welke mogelijkheden er zijn om late gevolgen te verminderen en te beperken, hangt af van de aard van de gevolgen in kwestie. Enkele voorbeelden:

  • Als de ziekte het toelaat is soms tijdige bijstelling van de primaire behandeling mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan eerder stoppen met of wisselen van een chemotherapeutisch middel dat polyneuropathie veroorzaakt.
  • In andere gevallen is adequate behandeling mogelijk (bijvoorbeeld bij vermoeidheid of lymfeoedeem). Het is dan wel zaak om de klachten te herkennen en goede nazorg te bieden. Verwerkingsproblematiek kan bijvoorbeeld soms pas ruim na het einde van de behandeling optreden.

Late effecten
Met deze term worden de langetermijneffecten aangeduid die pas jaren na het einde van de behandeling ontstaan. Dat kan soms wel 10, 20 of 30 jaar na dato zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om tweede tumoren, hartschade, longschade, psychische problemen, verlies aan arbeidsvermogen en dergelijke. Van belang voor het voorkomen en beperken van late effecten zijn:

  • preventie (bijvoorbeeld door leefstijl bevorderende interventies);
  • vroege opsporing (screening) en behandeling.

In de praktijk betekent dit dat patiënten levenslang, met terugkeermomenten eens in de vijf jaar, moeten worden gevolgd met toepassing van internationale richtlijnen. Voor deze zorg zijn zogenaamde LATER en BETER poliklinieken opgericht. Specifiek voor bedrijfsartsen is van belang dat zij altijd bedacht moeten zijn op late effecten wanneer een werknemer ooit kanker heeft gehad.

Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) heeft een rapport uitgegeven over leven met en na kanker: Kankerzorg in beeld (2019).

Terug naar index | Terug naar themapagina

5. Wat kan de bedrijfsarts bij het vraagstuk van kanker en werk betekenen?

Een bedrijfsarts is gespecialiseerd in de combinatie gezondheid en werk. Dit is precies het onderwerp waar bij kanker(behandeling) vaak nog onvoldoende aandacht voor is. Terwijl veel (ex-) kankerpatiënten vroeg of laat wel tegen knelpunten op dit terrein aanlopen. 

Aandacht voor impact op het werkende leven
Bij de zorgverlening aan kankerpatiënten ligt de focus vaak vooral op behandeling van de ziekte en genezing van de patiënt. De impact op het werkende leven komt niet of te weinig aan bod. Volgens 'doneer-je-ervaring' onderzoek van NFK geeft 60% van de patiënten aan dat de zorgverlener in het ziekenhuis de gevolgen van de kanker(behandeling) op werk niet besproken heeft. Terwijl die gevolgen vaak groot zijn, en de patiënt er waarschijnlijk graag bewuste keuzes over maakt. Omdat werk zo'n grote rol speelt in ons leven (zie vraag 3) en omdat kanker(behandeling) op dit gebied een belangrijke verstoring en bedreiging vormt (zie vraag 1).

Nieuwe balans en nieuw perspectief vinden
In de praktijk is het voor veel werknemers (en hun werkgevers) niet eenvoudig om bij of na kanker de juiste balans en een passend (nieuw) werkend perspectief te vinden en te bewaren. Dit is een vraagstuk waarbij de bedrijfsarts grote toegevoegde waarde kan bieden. Door er vanaf de diagnose voor werknemer en werkgever te zijn. Door met de werknemer wensen, mogelijkheden en beperkingen te bespreken. Door werkgever en werknemer gedurende en na het ziekteproces te begeleiden en te adviseren. En door contacten te onderhouden met andere zorgverleners en hier waar nodig naar te verwijzen.

Hoe vroeger hoe beter
Als het onderwerp werk vroeg in het behandeltraject aandacht krijgt, vergroot dit sterk de kans dat de werknemer erin slaagt een passend (nieuw) werkend perspectief te vinden. Volgens 'doneer-je-ervaring' onderzoek van NFK zegt maar liefst 89% van de patiënten bij wie de gevolgen voor het werk wél besproken zijn, dat dit hen in meer of mindere mate geholpen heeft. Voor betrokkenheid van de bedrijfsarts geldt daarom het motto: hoe vroeger hoe beter.

Terug naar index | Terug naar themapagina

6. Moet een werknemer met kanker zich eerst ziekmelden voor hij naar de bedrijfsarts kan?

Nee, dat is beslist niet het geval. Werknemers kunnen de bedrijfsarts altijd, dus ook zonder ziekmelding, vertrouwelijk raadplegen.

Wettelijk recht om bedrijfsarts te raadplegen
Artikel 14 lid 2 sub e van de Arbowet geeft werknemers het recht om naar eigen inzicht en op eigen initiatief de bedrijfsarts te raadplegen over vraagstukken op het gebied van gezondheid en werk. De werkgever is verplicht hiervoor een doeltreffende toegang tot de bedrijfsarts te garanderen. Dit betekent onder meer dat hij werknemers moet voorlichten over de beschikbaarheid van deze geneeskundige specialist. En dat de werknemer geen toestemming hoeft te vragen om de bedrijfsarts te bezoeken. Verder is wat de werknemer met de bedrijfsarts bespreekt uiteraard vertrouwelijk. De bedrijfsarts mag dit nooit zonder uitdrukkelijke toestemming van de werknemer met de werkgever delen.

Vroegtijdige betrokkenheid is belangrijk
Juist bij kanker is het essentieel dat werknemers van deze wettelijke rechten op de hoogte zijn en er ook werkelijk gebruik van kunnen maken. Dit stelt de bedrijfsarts in staat om actief en in een zo vroeg mogelijk stadium bij (keuzes op het gebied van) de behandeling betrokken te zijn. Zo kan hij vanaf het begin met de patiënt in gesprek over diens wensen op het gebied van werk, ook met het oog op eventuele effecten op de langere termijn (zie vragen 4 en 5).

Terug naar index | Terug naar themapagina

7. Waarom is het belangrijk dat de bedrijfsarts in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken is?

Kanker(behandeling) heeft meestal aanzienlijke impact op het werk en het vermogen om te werken (zie vraag 1). Het is belangrijk om hier tijdig - liefst in een zo vroeg mogelijk stadium - over na te denken. En dan bij voorkeur met advies en begeleiding van een deskundige op het gebied van gezondheid en werk. De bedrijfsarts is als specialist op dit terrein de aangewezen persoon om deze rol te vervullen.

Bewuste en goed geï​nformeerde behandelkeuzes
De betrokkenheid van de bedrijfsarts kan grote positieve gevolgen hebben op keuzes die de kankerpatiënt maakt ten aanzien van zijn behandeling. Vaak zijn afhankelijk van het type en het stadium van de kanker diverse behandelingen mogelijk, met uiteenlopende effecten op het werkvermogen op de korte en de langere termijn. Omdat werk zo'n belangrijke rol speelt in ons leven, is het belangrijk dat mensen hier bewuste afwegingen over kunnen maken. En dat ze goed en deskundig geïnformeerd zijn als ze dit doen.

Goed afgewogen beslissingen over het werk
De bedrijfsarts kan de werknemer (en diens werkgever) ook helpen om goed afgewogen beslissingen te nemen over aanpassingen in het werk. Dit vergroot de kans dat werknemers die dit willen tijdens de behandeling kunnen doorwerken. En dat werknemers die tijdelijk stoppen of minder gaan werken, daarna met succes het werk weer (volledig) kunnen hervatten.

Optimaal omgaan met gevolgen op de langere termijn
Tot slot kan de bedrijfsarts de werknemer (en diens werkgever) voorlichten over en voorbereiden op mogelijke gevolgen van de kanker(behandeling) op de langere termijn. Dit vergroot de kans dat werkgever en werknemer met succes op deze gevolgen kunnen anticiperen of reageren als ze zich voordoen. Op dit gebied is nog veel verbetering mogelijk. Veel (ex-) kankerpatiënten ervaren nog weinig begrip voor de zogenaamde 'late gevolgen en effecten' die met hun ziekte en behandeling samenhangen (zie vraag 1).

Terug naar index | Terug naar themapagina

8. Is er een richtlijn waar de bedrijfsarts bij de begeleiding houvast aan kan ontlenen?

Jazeker, zo'n richtlijn is beschikbaar. De NVAB-richtlijn Kanker en Werk bevat concrete handvatten voor het handelen van de bedrijfsarts ter bevordering van behoud van en terugkeer naar werk.

In 2019 bijgewerkt 
De richtlijn Kanker en Werk is in 2019 bijgewerkt naar aanleiding van de resultaten van een praktijktest. Naast de richtlijn zelf zijn beschikbaar:

Ontwikkeld in reactie op kennnisknelpunt
De richtlijn is specifiek ontwikkeld om behoud van en terugkeer naar werk bij (ex-) kankerpatiënten te bevorderen. De NVAB signaleerde een ernstig gebrek aan kennis op dit terrein. Niet alleen bij werknemers, werkgevers en leidinggevenden, maar ook bij medici - waaronder nadrukkelijk ook bedrijfsartsen. Dit leidde (en leidt) helaas regelmatig tot onjuiste keuzes bij of verkeerde beeldvorming over mogelijkheden voor werk, werkhervat­ting en duurzame inzetbaarheid. En als gevolg daarvan achterblijvende arbeidsparticipatie van mensen die voor kanker worden of zijn behandeld, en onnodig verlies van menselijk kapitaal.

Focus op meest voorkomende klachten
De ziekte kanker kent een bijzonder grote variatie aan ziektebeelden, behandelingen, prognoses en behandelresultaten. De richtlijn focust op de drie meest voorkomende klachten: vermoeidheid, psychische klachten en cognitieve klachten. Hierbij ligt het accent op het handelen van de bedrijfsarts gedurende de eerste twee verzuimjaren. Maar uiteraard zijn veel aanbevelingen ook na de eerste twee jaar verzuim toe te passen.

Terug naar index | Terug naar themapagina

9. Wat is een BACO, en wat kan zo’n specialist bijdragen aan de begeleiding en het advies?

De afkorting BACO staat voor Bedrijfsarts Consulent Oncologie. BACO's zijn gespecialiseerd in het vraagstuk van kanker en werk.

Een bron van verdiepende kennis
BACO's zijn een bron van verdiepende kennis voor iedereen die bij de begeleiding en advisering van werknemers met of na kanker betrokken is. Niet iedere bedrijfsarts hoeft een BACO te zijn of zich tot BACO te ontwikkelen om werknemers met kanker goed te kunnen begeleiden. Wel moet hij weten wanneer en hoe hij een BACO moet raadplegen. De NVAB-richtlijn kanker en werk schrijft voor dat de bedrijfsarts deze specialist raadpleegt zodra hij merkt dat zijn eigen kennis of ervaring tekortschiet, of wanneer hij hier twijfels over heeft.

Uitvoerige informatie over BACO's is te vinden op de site van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Arbeidsgeneeskunde (NVKA).

Terug naar index | Terug naar themapagina

10. Met welke andere partijen heeft een werknemer met kanker doorgaans te maken?

Oncologen en hematologen zijn de specialisten die verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de kanker. Zij focussen in de praktijk vooral op het behandelen van de aandoening. Hoewel hier langzaam verandering in komt, zijn ze (nog) niet altijd gewend om hierbij het vraagstuk ‘kanker en werk’ mee te wegen en te bespreken. Patiënten doen er goed aan, dit onderwerp waar nodig zelf ter sprake te brengen.

Verpleegkundig specialisten oncologie zijn verpleegkundigen die speciaal zijn opgeleid voor het uitvoeren van diverse medische handelingen bij de begeleiding en behandeling van mensen met kanker. Ze verzorgen in nauw overleg met de oncoloog of hematoloog de behandeling, inclusief lichamelijk onderzoek, het aanvragen van onderzoeken en het voorschrijven van medicatie en chemotherapie. Hierdoor zien en spreken ze de patiënt doorgaans geregeld en zijn ze voor hem van nature een belangrijke bron van informatie en advies. Ze vormen ook de schakel naar de oncoloog en hematoloog. Bij vragen of knelpunten op het gebied van het werk kan de verpleegkundig specialist oncologie verwijzen naar de bedrijfsarts.

Oncologieverpleegkundigen zijn een laagdrempelig aanspreekpunt voor de patiënt met kanker en zijn naasten, zowel voorafgaand als tijdens een ziekenhuisopname, op de polikliniek en thuis. Ze hebben tot taak om - afhankelijk van de aandoening soms samen met meerdere collega’s van andere oncologische specialismes - het overzicht te houden over de zorg en de behandeling. Een belangrijk doel is voor hen dat de patiënt zich gezien en gehoord voelt, zich veilig voelt en weet dat hij met alle vragen bij hen terecht kan. Bij vragen of knelpunten op het gebied van het werk kan de oncologieverpleegkundige verwijzen naar de bedrijfsarts.

Huisartsen zijn over het algemeen degenen die de werknemer naar de oncoloog of hematoloog verwijzen. Tijdens en na de behandeling blijven zij voor hem een vast aanspreekpunt. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) moedigt huisartsen aan om proactief contact te onderhouden, zodat de patiënt twijfels en vragen kan bespreken. Bij vragen of knelpunten op het gebied van het werk kan de huisarts verwijzen naar de bedrijfsarts.

Werkgevers/leidinggevenden weten over het algemeen wel dat hun werknemer kanker heeft (gehad). Met hen maakt de werknemer concrete afspraken over al dan niet doorwerken tijdens de behandeling en over terugkeer op de werkvloer (re-integratie). In de praktijk vinden werkgevers en leidinggevenden het lastig om met de werknemer in gesprek te gaan over wat die nog wél wil en kan, ook vanwege de privacywetgeving. Keert de werknemer na de behandeling terug, dan realiseren ze zich vaak niet dat hij nog jaren nadien met klachten en beperkingen te maken kan krijgen. Tot slot weten werkgevers en leidinggevenden lang niet altijd dat de bedrijfsarts een positieve bijdrage kan leveren aan het vinden van balans en een werkend perspectief.

Professionals HR, arbo en verzuim vormen een rijkgeschakeerde groep van HR-medewerkers, arbocoördinatoren, casemanagers, verzuimconsulenten en dergelijke. Met een deel van deze groep krijgt de werknemer alleen te maken als er sprake is van een ziekmelding. Dit gebeurt bij kanker soms niet of pas jaren na de diagnose. Maar al deze professionals zijn er op gericht om namens de werkgever optimaal functioneren te bevorderen en verzuim zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.

Terug naar index | Terug naar themapagina

11. Waar is meer informatie over kanker en werk te vinden?

Tools, informatie en goede praktijken: er is online van alles te vinden op het gebied van kanker en werk. De NVAB heeft een Wegwijzer ontwikkeld waarmee werknemers, werkgevers en zorgverleners snel een overzicht krijgen van wat beschikbaar is.

Ook onze themapagina Werken met of na kanker is een handig vertrekpunt.

Terug naar index | Terug naar themapagina