Reactie NVAB op Rapport kwartiermaker SZW over de aanpak dreigend tekort bedrijfsartsen

20 april 2017

Deze week heeft minister Asscher het rapport van de kwartiermaker ‘Aanpak dreigend tekort bedrijfsartsen’ aangeboden aan de Tweede Kamer. In het rapport worden voorstellen gedaan om het tekort aan bedrijfsartsen op te lossen. De NVAB geeft aan dat dit goede voorstellen zijn, maar niet voldoende om het gebrek aan bedrijfsartsen helemaal op te lossen. 

De goede voorstellen gaan over het voortzetten van de imagocampagne, het streven naar meer aandacht voor arbeid in de medische basisopleiding, het onderzoek naar en afspraken maken over taakdelegatie,  en het organiseren van een kwaliteitstafel en het onderzoek naar mogelijkheden om kwaliteitsbeleid/richtlijnontwikkeling via een opslag op de tarieven te financieren. 

De voorstellen vloeien echter allemaal voort uit het uitgangspunt dat de minister alle verantwoordelijkheid bij het veld neerlegt. De NVAB wil dat de minister meer verantwoordelijkheid neemt en bijvoorbeeld kijkt naar de wijze waarop de minister van VWS dit heeft gefaciliteerd voor de opleiding van andere sociaal geneeskundigen, namelijk artsen Maatschappij en Gezondheid.

De adviezen zijn volgens de NVAB niet voldoende om het gebrek aan bedrijfsartsen helemaal op te lossen.

Afgelopen jaren was er sprake van zeer geringe instroom in de opleiding  (circa 15) terwijl het Capaciteitsorgaan had berekend dat er tenminste 120 bedrijfsartsen in opleiding hadden moeten gaan. Circa 8  jaar geleden viel alles "stil",  ook door economische crisis en de verslechterende markt voor arbozorg. Het Capaciteitsorgaan concludeerde terecht dat er sprake was van marktfalen.

Op dit moment neemt de instroom in de opleiding toe (de economie trekt aan en nood door de uitstroom vanwege de leeftijdsopbouw van de beroepsgroep wordt groter). Nu lijkt de financiering van de opleiding (op het oog) even geen probleem, maar volgens de NVAB had 10 jaar geleden al begonnen moeten worden met opleiden. En het is de vraag of het geadviseerde aantal van 120 opleidingsplaatsen per jaar van het Capiciteitsorgaan ook echt (financieel) gerealiseerd kan gaan worden.

De NVAB vindt daarom dat de overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen. Bijvoorbeeld door, conform het VWS-beleid ten aanzien van de opleiding voor sociaal geneeskundigen, Maatschappij en Gezondheid, een subsidieregeling voor opleidingsplaatsen in te stellen. Of door het stimuleren/faciliteren van de opbouw van een opleidingsfonds waardoor ook in economisch slechtere tijden middelen beschikbaar zijn voor opleidingsplaatsen. Nu wordt de verantwoordelijkheid volledig bij het veld neergelegd. 

Inhoud van het rapport
De kwartiermaker geeft in het rapport aan dat het huidige stelsel van bedrijfsgezondheidszorg voldoende mogelijkheden biedt om maatregelen voor de korte en lange termijn te treffen voor een goede bedrijfsgezondheidszorg.

In het rapport staat ook de nieuwe capaciteitsraming voor instroom in de opleiding tot bedrijfsarts en verzekeringsarts van het Capaciteitsorgaan. Het Capaciteitsorgaan verwacht een stijgend tekort aan bedrijfsartsen. Dit vraagt om aanzienlijke instroom in de opleiding. Positief is dat er vanaf 2015 een lichte toename is van het aantal artsen dat met de opleiding tot bedrijfsarts start, maar dat is niet voldoende.

De kwartiermaker geeft aanbevelingen aan alle betrokken en verantwoordelijke partijen. In goede samenwerking kunnen zij gericht werken aan de kwaliteit en de dienstverlening en daarmee de aantrekkelijkheid van het vak en het imago van de  bedrijfsarts vergroten. In een jaarlijks bestuurlijk overleg met de minister kan de voortgang van de uitwerking en ontwikkeling van de aanbevelingen vastgesteld worden.

De minister geeft in zijn reactie aan dat het oplossen van het tekort aan bedrijfsartsen een gezamenlijke uitdaging is, waarbij een actieve bijdrage van opleiders, beroepsverenigingen, werkgevers en werknemers essentieel is. Hij wil de partijen hierbij ondersteunen en noemt daar bij drie hoofdlijnen:

1. Imago en opleiding
De minister stelt financiële middelen ter beschikking om de imagocampagne bedrijfsartsworden.nl tot en met 2018 voort te zetten. Voor de opleiding zijn er concrete voorbeelden en voorstellen voor meer aandacht voor bedrijfsgeneeskunde in het geneeskundeonderwijs. De minister steunt ook de inzet van het IOSG (Interfacultair Overleg Sociale geneeskunde) en de NVAB om meer ruimte voor sociale geneeskunde te realiseren in het nieuwe raamplan medisch curriculum dat in 2019 vastgesteld wordt.

2. Structurele oplossingen voor een aantrekkelijk beroep
De minister vindt stevige kennis- en kwaliteitsontwikkeling van groot belang voor de beroepsgroep. Hij neemt het voorstel van de kwartiermaker over om een kwaliteitstafel hierover te organiseren. De minister geeft verder aan dat hij bereid is een nader onderzoek te financieren waarin de betrokken partijen onderzoek doen naar de mogelijke vormgeving van een structureel financieringsmodel via opslag op tarieven.

3. Taakdelegatie
Gezien het dreigende tekort aan bedrijfsartsen vindt de minister het belangrijk om na te gaan of en hoe (deel)taken van de bedrijfsarts door andere functionarissen, zoals de arboverpleegkundige, uitgevoerd kunnen worden (taakdelegatie). Hierbij moet geborgd zijn dat dit werknemers ten goede komt en dat uitvoering plaats heeft binnen de wettelijke en tuchtrechtelijke kaders. Er zal daarom een onderzoek komen naar de huidige praktijk van taakdelegatie in de bedrijfsgezondheidszorg.

Actieve bijdrage NVAB
De NVAB zal actief meewerken aan initiatieven die in het rapport worden voorgesteld zoals deelname aan en actieve inbreng in de kwaliteitstafel en samenwerking met de NVVG (verzekeringsartsen).

 

Lees verder:
Het rapport van de kwartiermaker en de aanbiedingsbrief van minister Asscher aan de Tweede Kamer