Penrose-driehoek (column Medisch Contact)

10 oktober 2019

Laatst liep ik in de boekhandel tegen een indrukwekkend werk aan van Roger Penrose. Geen bestsellerauteur, dus weinig bekend. Hij is een Britse wis- en natuurkundige. En toevallig zoon van twee artsen. Hij is vooral bekend van zijn Penrose-driehoek. Een ruimtelijke figuur die hij feitelijk herontdekte. Drie balken, loodrecht op elkaar staand, vormen toch een gelijkzijdige driehoek. Door het hanteren van verschillende perspectieven, creativiteit en vakmanschap verbindt hij wat niet mogelijk lijkt. M.C. Escher gebruikte dezelfde techniek.

De Penrose-driehoek is een mooie metafoor voor mijn werk. Mijn hele loopbaan krijg ik vragen over de vermeende onmogelijkheid om zowel de werkgever als de werknemer te adviseren. De ‘onmogelijke’ adviesdriehoek die toch mogelijk is. Vaak hoor je dan uitspraken als wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Of badinerende opmerkingen over op schoot zitten bij de klant. Alsof ook een bedrijfsarts niet allereerst arts is. Die een eed heeft afgelegd om naar beste vermogen zorg te leveren – met kernwaarden die zijn beroepsvereniging heeft vastgesteld, met een steun gevend professioneel statuut (onderschreven door alle grote arbodiensten), met wetenschappelijke richtlijnen voor het handelen, met permanente educatie en ontwikkeling, met tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. En ga zo maar door.

Bedrijfsartsen hebben geen simpel vak. We geven inderdaad vaak één advies aan twee partijen, met elk hun eigen verantwoordelijkheid voor gezondheid en inzetbaarheid in werk. Elk advies is zo effectief als het draagvlak dat het heeft. Dat draagvlak vraagt een bewuste inspanning van de bedrijfsarts. Belangen moeten worden gekend en gewogen, zonder te leiden tot partijdigheid. We moeten rekening houden met verschillende perspectieven. En daarbij steeds ons beroepsgeheim in acht nemen. Beschermen en bevorderen van de gezondheid van werkenden moet centraal staan.

Lees de hele column