“Onderschat nooit de kracht van een 'witte jas' ” - Reina de Kinderen, gezondheidseconoom

25 februari 2021

Bij een OV-bedrijf was het de stagiaire, bij een grote koekfabriek was het een OR-lid, bij een grote retailer was het de directeur zelf. Welke functie je ook hebt, iedereen kan een start maken met het rookvrij maken van de organisatie. “Zeker de bedrijfsarts kan voor een vliegende start zorgen”, zegt Reina de Kinderen, gepromoveerd gezondheidseconoom en beleidsadviseur bij de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (voorheen Alliantie Nederland Rookvrij). 

Reina de Kinderen, gepromoveerd gezondheidseconoom en beleidsadviseur bij de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij“Mijn hoop is dat elke bedrijfsarts gaat zeggen: ‘Ik vind dat er in deze organisatie een rookvrij-beleid moet komen.’ Alleen al door dat hardop te zeggen komt er iets los. Onderschat nooit de kracht van een 'witte jas' ”, benadrukt De Kinderen. Sinds de afronding van haar postdoconderzoek naar de kosten en baten van tabaksontmoediging werkt ze voor de Gezondheidsfondsen voor Rookvrij, de initiatiefnemers van de beweging ‘Op weg naar een Rookvrije Generatie’.  Ze adviseert bedrijven en organisaties om te stoppen met de verkoop van tabak, en te stoppen met zakendoen met en investeren in de tabaksindustrie. Vanuit die rol helpt ze organisaties om rookvrij te worden. “Ook mij lukt dat natuurlijk niet in mijn eentje, maar ik kan de verandering wel aanjagen en goede voorbeelden uit andere organisaties aandragen. Resultaat daarvan is dat bedrijven vervolgens zelf in de actiemodus komen en er een projectteam op zetten. En dat is precies de bedoeling.”

Het nieuwe normaal

Door te vertellen over haar ervaringen hoopt De Kinderen anderen te inspireren om rookvrij werken ook bespreekbaar te maken. “Hoe ik een gesprek begin? Bijvoorbeeld door het tijdsbeeld van nauwelijks twintig jaar geleden in herinnering te roepen. Toen stond er op menig bureau een asbak en mocht je zelfs in het vliegtuig een sigaret opsteken. Onvoorstelbaar toch, dat roken ooit zo gewoon was? Dat is nu toch ondenkbaar? Zo zullen onze kinderen zich er ook over verbazen dat rookpauzes werden toegestaan en dat de werkgever daar de faciliteiten voor regelde. Door dat te benadrukken wordt het eigenlijk heel logisch dat rookvrij het nieuwe normaal is.” 

Weerstand tegen verbod

Werkgevers zijn nog wel eens bang voor weerstand tegen een algeheel rookverbod, vertelt De Kinderen. “Dan leg ik uit dat medewerkers er steeds meer aan gewend raken dat ze op veel plekken niet mogen roken. Bijvoorbeeld op de sportclub en in horecagelegenheden. Het wordt gelukkig al steeds gewoner om niet te roken in het openbare leven. Werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen bij het verder ontmoedigen van roken. En dat is van groot belang, zeker als je weet dat 1 op de 2 rokers sterft aan roken, dat er tegenover elke overleden roker vijftig mensen ziek worden van roken en dat 1 op de 4 rokers zijn pensioen niet haalt. Dat soort cijfers zet werkgevers wel aan het denken. Het helpt ook om het positief te framen: je ontneemt je werknemer niet hun rookpauze, je gunt ze juist een rookvrij leven.” 

Zien roken doet roken

De Kinderen vervolgt: “Als ik dan ook nog de kosten schets – een rokende werknemer kost jaarlijks €4.500,- aan verzuim en verminderde arbeidsproductiviteit – dan ontstaat er vaak een vruchtbare bodem om de organisatie rookvrij te maken. Daarnaast heeft de werkgever de plicht om een gezonde werkomgeving te creëren. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling om alle verantwoordelijkheid bij de werkgever te leggen, maar feit is dat de meeste mensen werken en dat het helpt als werkgevers het roken niet langer faciliteren. Roken is wat dat betreft vergelijkbaar met ongezond eten: zien roken doet roken; als je naast de saladebar kroketten presenteert wordt gezond eten wel heel moeilijk, hè.”

Gouden tip

Voor meer tips over het creëren van een rookvrije organisatie verwijst De Kinderen naar het Handboek Rookvrij Werken. In het handboek staat een uitgebreid stappenplan, een presentatie om het bestuur te overtuigen, de juridische kaders en meer. “Dé gouden tip uit dit handboek? Een open deur: gewoon beginnen. Niet bang zijn voor tegenwerpingen van rokers of vanuit de OR. Weerstand valt achteraf altijd mee, zolang je maar op tijd begint met het verkondigen van de boodschap: ‘Ons bedrijf gaat rookvrij worden, dat staat vast. Maar de weg daar naartoe, daar willen we het graag samen over hebben. Wat voor ondersteuning heb je nodig? Kunnen we je helpen met een stoppen-met-roken-cursus of zou je baat hebben bij afleiding, bijvoorbeeld in de vorm van een nieuwe tafeltennistafel in de personeelsruimte?’”   

Als de dokter het zegt…

Voor De Kinderen zijn bedrijfsartsen belangrijke en voor de hand liggende schakels naar rookvrije organisaties. “Als bedrijfsarts ben je door je medische achtergrond een autoriteit op het gebied van gezondheid en ziekte. Zowel voor de directie als voor rokende werknemers die op je verzuimspreekuur komen. Voor die laatste groep geldt: een kort stopadvies geven is al een belangrijke interventie. Zeg bijvoorbeeld: ‘Stoppen met roken heeft altijd zin. Ik raad je aan om het zo snel mogelijk te doen en ik vertel je graag wat er mogelijk is om je daarbij te ondersteunen.’ Het zal waarschijnlijk niet meteen tot stoppen leiden, maar je wakkert wel een bewustwordingsproces aan, dat begint bij ‘Oh jee, als de dokter het nu ook al zegt…’” 

Zie ook

rookvrijwerken.nl