NVAB: overleg over privacy zieke werknemer met Autoriteit Persoonsgegevens

01 december 2016

In april 2016 publiceerde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) de beleidsregels ‘De zieke werknemer’. Deze beleidsregels zijn een verduidelijking van reeds bestaande regelgeving. Ze kunnen gezien worden als een reactie van de AP op de uitvoeringspraktijk waarin privacyregels steeds verder uit de pas (dreigen te) lopen met de Wet bescherming persoonsgegevens. 

De publicatie heeft voor onrust gezorgd en voor veel vragen bij werkgevers en bedrijfsartsen.Vooral de uitspraak van de AP dat een werkgever niet mag vragen naar functionele arbeidsbeperkingen en arbeidsmogelijkheden roept veel discussie op. Kunnen werkgever en werknemer nog wel een gesprek voeren over re-integratie zonder tussenkomst van de bedrijfsarts?

Recent heeft de NVAB met de AP over deze vragen gesproken en is duidelijk geworden wat de uitleg precies betekent voor de uitvoeringspraktijk. Het gaat de AP vooral om twee belangrijke pijlers van de privacyregelgeving:
  1. Het geheimhouden van medische gegevens
  2. Het zonder dwang of drang kunnen spreken (of zwijgen) door zieke werknemers over privacygevoelige onderwerpen
Zo mag een werkgever niet vragen naar arbeidsbeperkingen omdat daarmee te gemakkelijk medische gegevens zijn te achterhalen. Datzelfde geldt voor het vragen naar arbeidsmogelijkheden (het complement van arbeidsbeperkingen). Ook mag de werkgever niet zelf uit het verhaal van de werknemer opmaken welk werk betrokkene dan eventueel zou kunnen doen. Dat komt namelijk neer op een interpretatie van beperkingen en/of mogelijkheden en deze interpretatie (beoordeling) is juist voorbehouden aan de bedrijfsarts. 
De AP is van mening dat werkgever en werknemer nadrukkelijk wel (zonder dwang of drang) een gesprek moeten kunnen blijven voeren over de specifieke (deel)taken die een zieke werknemer denkt te kunnen doen. Daarvoor moet de werknemer in alle vrijheid kunnen aangeven welke (deel)taken hij nog denkt te kunnen doen van het eigen of eventueel ander werk. Bij voorkeur geeft een werknemer dat zelf spontaan aan, en niet in reactie op een vragenvuur van de werkgever.

Werkgever en werknemer zouden samen een sfeer moeten creëren waarin zo’n gesprek kan plaatsvinden. Bijvoorbeeld door de verwachtingen over en weer vast te leggen in het verzuimreglement. Dan kunnen werkgever en werknemer zelf de door de Wet verbetering poortwachter voorgeschreven re-integratiestappen bespreken; zonder standaard de tussenkomst van een bedrijfsarts en zonder schending van de rechten van de werknemer. 

Het NVAB-bestuur is blij dat er voor de meeste werkgevers en bedrijfsartsen maar weinig verandert omdat zij al op de juiste manier werken of met een enkele aanpassing weer volgens de regels werken. Voor anderen geldt wellicht dat zij hun praktijk van verzuimbegeleiding nog eens goed moeten bezien en maatregelen moeten nemen om die weer in de pas met de regels te krijgen. De excessen rond verzuimbegeleiding die de laatste jaren in de publiciteit waren (zoals ‘Verzuimreductie’) moeten echter tot het verleden gaan behoren en de AP zal daarop toezien.

Zie ook: