Nieuw NVAB-erelid: Jos Verbeek

04 november 2022

De algemene ledenvergadering benoemde op 3 november jl. Jos Verbeek tot erelid van de NVAB voor zijn buitengewone diensten voor vak en vereniging. 

Boyd Thijssens overhandigt de penning aan Jos Verbeek

Jos combineert zijn kennis van de epidemiologie met een begrip van de fysiologie en psychologie (mechanistische kant) van ziek/beter worden én de relevantie van nationale wet- en regelgeving/sociale context. Het is juist die combinatie die voor ons vakgebied ongelooflijk waardevol is. Als opleider trof Jos Carel Hulshof, NVAB erelid sinds 2021. Wellicht kreeg Jos daarmee de competentie ‘buitengewone verdiensten’ met de paplepel ingegoten, want ook hij is onvermoeibaar in zijn inzet voor het vak en de gezondheid. Dit alles ruimschoots tot uiting gekomen in diverse producten, van proefschriften en onderzoeken tot richtlijnen en het meetrekken van diverse collega’s. Het aanzien dat hij heeft in de wetenschappelijke wereld en de inhoudelijke producten stralen af op de NVAB. Dat zijn met recht uitzonderlijke verdiensten te vernoemen, waarvoor de vereniging hem graag erkent met het erelidmaatschap. 

Jos was uit Finland over gekomen voor de gelegenheid en vertelde zeer vereerd te zijn met de benoeming: “Iedereen ontzettend hartelijk bedankt dat deze eer mij gegund is. Het hoefde natuurlijk niet te gebeuren, jullie  hadden ook ‘tegen’ kunnen stemmen. Ik vind het een grote eer en ben er heel blij mee.” De relatie van Jos met de NVAB begon bij de NVAB-dagen in Eindhoven. “Ik vond het toen allemaal wel een beetje sloom en grijs allemaal. Gelukkig zijn die dagen wel veel dynamischer geworden.” Het mooiste vond hij het project Richtlijnen. In zijn wetenschappelijke werk miste hij de relatie met de buitenwereld. “Gelukkig ontdekten we toen met een aantal mensen cochrane. Met als uitgangspunt een praktische vraag en dan kijken wat de wetenschap daarin kan oplossen. Dat had grote impact op mij en toen begon de NVAB met het project Richtijnen. Het is de mooiste combinatie tussen praktijk en wetenschap. Er is geen land waar zulke mooie richtlijnen voor de bedrijfsgeneeskunde zijn als in Nederland. Daar mogen we echt trots op zijn!”

Hieronder lees je meer over het impactvolle werk van Jos. Wil je nog meer? Lees dan de laudatio. (pdf)

De benoeming geldt als erkenning voor het hele oeuvre van Jos, waarmee hij al eind jaren zeventig een begin maakte bij wetenschappelijk onderzoek naar de extra-auditieve effecten van lawaai (zoals hoge bloeddruk). Als een van de eersten verrichtten Jos en Carel evaluatieonderzoek in de bedrijfsgezondheidszorg: het fundament voor het adopteren van de Evidence-Based Medicine principes en de ontwikkeling van onze richtlijnen. Hij zette zich, ook samen zijn voormalig opleider met Carel, in voor richtlijnen en voor aandacht van andere specialismen voor werk. De NVAB liep daarmee dankzij hen zelfs internationaal voorop. De internationale kant trok Jos ook: hij was secretaris van het ICOH (International Commission on Occupational Health) Scientific Committee on Health Services Research and Evaluation in Occupational Health. Uit de samenwerkingen binnen dit Committee ontstonden de plannen voor een Cochrane Occupational Health Field en later een Cochrane Review Group over 'Work' ontstaan. Dankzij zijn lobby werd dit steeds financieel ondersteund, eerst door het Finnish Institute of Occupational Health ook een aantal jaren bereid dit Cochrane Work, later het Italiaanse instituut. In ruil daarvoor maken we nu samen met input vanuit Italië twee systematic reviews over de asbest problematiek.

Ook na zijn verhuizing naar Finland bleef Jos voor de NVAB actief. Zijn kennis en kunde heeft hij ook over weten te dragen aan vele anderen, waaronder onze bijzonder hoogleraar Frederieke Schaafsma en Teddy Oosterhuis, coördinator Richtlijnen bij het Kwaliteitsbureau en een scala aan internationale collega’s. Ook nu, gepensioneerd en wel, blijft Jos actief voor Cochrane en onlangs nog voor enkele richtlijnen bij de WHO geleid te hebben over o.a. nanotechnologie en luchtverontreiniging. Ook is hij co-promotor bij het proefschrift van Christina Tikka-Mischke over 'Evidence-informed decision-making in occupational health and safety' en hij is een zeer actieve ondersteuner bij het promotieproject van Margarita Ravinskaya over de ontwikkeling van een 'Core outcome set for work participation'. De proefschriften worden begin en later in 2023 verwacht.