FAQ: inzage medisch dossier (voor werknemers)

2 vragen en antwoorden

Over deze FAQ

Onze FAQ beantwoordt veelgestelde vragen die ons via onze leden bereiken. Als beroepsvereniging van bedrijfsartsen biedt de NVAB werknemers geen helpdesk per mail of telefoon. Om dezelfde reden kunnen we niet ingaan op specifieke casuïstiek. Waar mogelijk vertellen we u wel graag waar u meer informatie kunt vinden.

1. Heb ik recht op inzage in het volledige medisch dossier dat de bedrijfsarts over mij heeft?

Ja, als werknemer heeft u recht op inzage in uw volledige medische dossier. Ook hoort de bedrijfsarts u een exemplaar (kopie) te geven als u daarom vraagt. Dit is in ons land wettelijk zo geregeld. De bedrijfsarts mag dus niet weigeren om u inzage in bepaalde gegevens te geven. Ook niet als hij het niet in uw belang vindt dat u bepaalde gegevens ziet, bijvoorbeeld omdat dit psychisch belastend is. De NVAB is er voorstander van dat de bedrijfsarts u in zo'n geval wel begeleiding biedt. Bijvoorbeeld door voor te stellen om na inzage een gesprek te hebben waarin u mogelijke vragen met hem kunt bespreken.

Persoonlijke werkaantekeningen
Persoonlijke werkaantekeningen van de bedrijfsarts maken geen onderdeel uit van het medisch dossier. U kunt daarom niet verlangen dat u ze óók mag inzien. Deze aantekeningen zijn niet bedoeld voor anderen dan de bedrijfsarts zelf. Zo moet hij ze ook behandelen. Ze zijn bedoeld voor zijn eigen voorlopige gedachtegang of als geheugensteuntje. Na verloop van tijd verliezen ze hun waarde en hoort de bedrijfsarts ze te vernietigen. Vindt de bedrijfsarts dat iets een persoonlijke aantekening is die niet in het dossier thuishoort, dan moet hij die er ook niet aan toevoegen. Doet hij dat toch, dan is de informatie onderdeel van het dossier en dus voor u toegankelijk.

Uitzondering
Er is één uitzondering op uw recht op inzage en een exemplaar van uw volledige dossier. De bedrijfsarts mag delen van het dossier achterhouden als dit noodzakelijk is om de persoonlijke levenssfeer van een derde persoon te beschermen. Dit kan bijvoorbeeld informatie zijn die uw werkgever (of een andere persoon of instantie) vertrouwelijk heeft verstrekt. De arts hoort dan een afweging te maken tussen uw belang bij inzage en het belang van de bescherming van de privacy van deze derde persoon. Ook moet hij (nogmaals) nagaan of deze persoon er bezwaar tegen heeft dat u de informatie te zien krijgt. De NVAB is er voorstander van dat de bedrijfsarts vertrouwelijke gegevens van derden niet opneemt in uw medisch dossier, maar op een andere manier bewaart. Wil hij ze toch in uw dossier opnemen, dan kan hij dat het beste zo doen dat hij later eenvoudig kan verhinderen dat u deze gegevens kunt inzien.

« Terug naar index

2. Mogen familieleden een medisch dossier inzien als de persoon in kwestie is overleden?

Normaal gesproken niet. De hoofdregel is dat een arts de medische gegevens van een overledene niet aan derden verstrekt. Het beroepsgeheim 'reikt over het graf' heen. Nabestaanden kunnen de arts niet van zijn geheimhoudingsverplichting ontslaan. Omdat deze regel soms tot ongewenste gevolgen leidt, kan de bedrijfsarts in drie gevallen een uitzondering maken.

Verplichting om gegevens te verstrekken
De eerste uitzondering houdt in dat er een wettelijk voorschrift is dat tot gegevensverstrekking verplicht. Een voorbeeld hiervan is de overlijdensverklaring op grond van de Wet op de lijkbezorging (WLB).

Arts veronderstelt dat de overledene zou hebben ingestemd
De bedrijfsarts kan ook concrete redenen hebben om te veronderstellen dat de overledene toestemming voor gegevensverstrekking zou hebben gegeven als hij nog in leven zou zijn geweest. Hiervoor moet hij als het ware de wil van de overledene reconstrueren: wat zou die hebben gewild? Vaak mag hij ervan uitgaan dat een overledene zou instemmen als er vragen of onduidelijkheden zijn ontstaan over de behandeling of begeleiding. Bijvoorbeeld omdat er vermoedens zijn dat er een medische fout is gemaakt. Een andere mogelijkheid is dat er bepaalde erfelijke afwijkingen in het spel zijn.

In beide gevallen moet de bedrijfsarts ook afwegen wie het verzoek doet, hoe de verhouding tussen de verzoeker en de overledene was, hoe privacygevoelig de gegevens zijn en welk doel met de gegevensverstrekking is gediend. Dat de nabestaanden belang bij gegevensverstrekking hebben is op zichzelf niet voldoende om aan te nemen dat de overledene zou hebben toegestemd, ook niet als het om grote belangen gaat.

Zwaarwegende belangen
Het is ook mogelijk dat de bedrijfsarts geen toestemming kan veronderstellen, maar wel concrete aanwijzingen heeft dat er belangen op het spel staan die zwaarder zouden moeten wegen dan het belang dat met geheimhouding is gemoeid. Financiële- en/of emotionele belangen van nabestaanden (rouwverwerking) vallen hier meestal niet onder omdat ze onvoldoende gewicht in de schaal leggen in vergelijking met de plicht om de gegevens van de overledene geheim te houden.

« Terug naar index