Veelgestelde vragen

17 januari 2024

In het praktijkopleidingsplan beschrijft elke opleidingsinstelling (arbodienst) hoe de opleiding in elkaar steekt. Het praktijkopleidingsplan is een concrete vertaling van het Landelijk Opleidingsplan naar de eigen organisatie.

Het opleidingsinstituut (de NSPOH of SGBO) schrijft daarnaast een plan voor het cursorisch deel van de opleiding.

In de ‘Handreiking voor de inhoud van een praktijkopleidingsplan’ staan de elementen die moeten worden beschreven in het praktijkopleidingsplan.

« Terug naar index

17 januari 2024

Het meten en verbeteren van de kwaliteit van de opleiding tot bedrijfsarts is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle partijen, die betrokken zijn bij de opleiding.

Iedere twee jaar evalueren alle betrokken actoren (dus aios, praktijkopleider, instituutsopleider en het management van de opleidingsinstelling en het opleidingsinstituut) de kwaliteit van de opleiding, zowel inhoudelijk als organisatorisch. De resultaten komen samen in een evaluatierapportage, die tevens een verbeterplan bevat.

De opleidingsinstelling (arbodienst) en het opleidingsinstituut (NSPOH en SGBO) voeren de evaluatie los van elkaar uit:

  • De instelling (hoofdopleider, praktijkopleiders, aiossen) richt zich primair in de evaluatie op de praktijkopleiding, maar kijkt daarnaast ook naar de samenhang tussen praktijkopleiding en cursorisch onderwijs.
  • De instituten (instituutsopleiders en aiossen) evalueren primair het cursorisch onderwijs, maar letten eveneens op de samenhang met de praktijkopleiding.

Instellingen en instituten wisselen de evaluaties uit en pakken zo nodig ook samen (verbeter)acties op.

Lees meer

« Terug naar index

17 januari 2024

De opleiding tot bedrijfsarts is een 4-jarige opleiding. Een arts in opleiding tot bedrijfsarts is werkzaam bij een als opleidingsinstelling erkende arbodienst. Er is geen limiet aan het aantal opleidingsplaatsen per jaar.

Onderwijs én praktijk
De opleiding is gesplitst in een praktijkopleiding en een cursorisch deel:

  • De 'arts in opleiding tot specialist arbeid en gezondheid - bedrijfsgeneeskunde' (aios bedrijfsgeneeskunde) werkt in de praktijk onder begeleiding van een ervaren collega: de (praktijk)opleider. De aois krijgt toegesneden praktijkopdrachten om zijn persoonlijke competenties uit te breiden. In de loop van de opleiding wordt hij ingezet op een steeds uitgebreider werkterrein. Zo maakt hij zich alle kritische beroepsactiviteiten eigen.
  • Parallel aan de praktijkopleiding vindt het instituutsonderwijs plaats. Kennis en vaardigheden worden aangeboden in een afwisselend programma van interactieve colleges, vaardigheidstrainingen, moduleopdrachten en thematische werkgroepen. Het cursorisch gedeelte is te volgen in Utrecht (NSPOH) en in Nijmegen (SGBO).

Lees meer over de opleiding op de webpagina 'Bedrijfsarts worden'.

« Terug naar index

17 januari 2024

Voor de vervolgopleiding tot specialist arbeid en gezondheid - bedrijfsgeneeskunde' heeft de NVAB een Landelijk Opleidingsplan (LOP) opgesteld dat in februari 2017 is goedgekeurd door het College Geneeskundig Specialismen (CGS). Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuwe versie van het LOP met bijhorend toetsboek, dat naar verwachting in 2025 in gebruik zal worden genomen.

Voor meer informatie over het LOP zie ook de webpagina 'Landelijk Opleidingsplan'.

Lees meer

« Terug naar index