17 januari 2024
Het meten en verbeteren van de kwaliteit van de opleiding tot bedrijfsarts is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle partijen, die betrokken zijn bij de opleiding.
Iedere twee jaar evalueren alle betrokken actoren (dus aios, praktijkopleider, instituutsopleider en het management van de opleidingsinstelling en het opleidingsinstituut) de kwaliteit van de opleiding, zowel inhoudelijk als organisatorisch. De resultaten komen samen in een evaluatierapportage, die tevens een verbeterplan bevat.
De opleidingsinstelling (arbodienst) en het opleidingsinstituut (NSPOH en SGBO) voeren de evaluatie los van elkaar uit:
- De instelling (hoofdopleider, praktijkopleiders, aiossen) richt zich primair in de evaluatie op de praktijkopleiding, maar kijkt daarnaast ook naar de samenhang tussen praktijkopleiding en cursorisch onderwijs.
- De instituten (instituutsopleiders en aiossen) evalueren primair het cursorisch onderwijs, maar letten eveneens op de samenhang met de praktijkopleiding.
Instellingen en instituten wisselen de evaluaties uit en pakken zo nodig ook samen (verbeter)acties op.