1 mei 2025
Op grond van Europees recht (Verordening (EG) 883/2004) is een zieke, in het buitenland wonende werknemer, net als in het reguliere re-integratietraject verplicht een arbeidsongeschiktheidsverklaring te overleggen. Dit mag een verklaring zijn van een arts uit het woonland van de werknemer zijn. In diverse jurisprudentie, o.a. het arrest ‘Rindone’, heeft de rechter bevestigd dat een zieke grensarbeider niet kan worden verplicht om voor de ‘geneeskundige controle’ het spreekuur van een bedrijfsarts in het werkland te bezoeken.
De werkgever kan de werknemer wel verzoeken om met een verklaring van de arts in het woonland de arbeidsongeschiktheid aan te tonen. Die verklaring is in dat geval van gelijke waarde is als die van een bedrijfsarts in Nederland of van een oordeel van het UWV. Ook kan de werkgever de bedrijfsarts vanuit Nederland naar de woon- of verblijfplaats sturen. In dat laatste geval vindt de beoordeling plaats op de wijze zoals staat omschreven in de wetgeving van de lidstaat waar de medewerker woont. Hiermee wordt bedoeld dat de bedrijfsarts zich dan dient te houden aan medische protocollen die bijvoorbeeld in België of Duitsland van kracht zijn.
De bedrijfsarts/arbodienst zal – als de werkgever daartoe verzoekt – conform het contract gewoon de dienstverlening oppakken, en de betreffende werknemer dus ook kunnen uitnodigen voor een verzuimspreekuur. Komt de werknemer niet, dan acteert de bedrijfsarts niet anders dan hij/zij anders zou doen en wordt er melding gemaakt van een no-show. Komt de werknemer wel, dan doet de bedrijfsarts in principe wat hij/zij altijd doet en vormt zich een eigen oordeel over de situatie en belastbaarheid. Als de werknemer de verklaring van de buitenlandse (vaak behandelend) arts meeneemt naar het spreekuur, dan weegt de bedrijfsarts die informatie op dezelfde manier als dat andere informatie van behandelaren gewogen wordt. De bedrijfsarts volgt in dit geval de Nederlandse richtlijnen en kan in principe tot een ander oordeel komen m.b.t. de belastbaarheid voor werk dan de buitenlandse arts. Mocht de werknemer in dat geval aandringen op onderling overleg, dan is het advies om hier in principe in mee te gaan, vergelijkbaar met als de werknemer aandringt op overleg tussen bedrijfsarts en een behandelaar in Nederland.