FAQ: second opinion

8 vragen en antwoorden

1. Mag een bedrijfsarts weigeren om een werknemer door te verwijzen voor een second opinion?

Wanneer een werknemer gegronde twijfels heeft over het advies van zijn bedrijfsarts, kan werknemer het advies laten beoordelen door een andere bedrijfsarts door middel van een second opinion.

Een second opinion is niet in iedere situatie het (meest) geschikte instrument. In sommige gevallen is de second opinion volgens de wet niet mogelijk of is er een alternatief instrument beschikbaar dat beter aansluit. Vindt de bedrijfsarts dat een second opinion niet de meest geschikte oplossing is, dan adviseert hij werknemer over eventuele andere mogelijkheden. Wilt werknemer tóch een second opinion aanvragen dan voldoet de bedrijfsarts in principe aan het verzoek, tenzij er een zwaarwegend argument is om dit niet te doen. 

Mocht de eigen bedrijfsarts een second opinion weigeren, dan dient hij dit besluit te kunnen onderbouwen en schriftelijk kenbaar te maken aan de werknemer. Indien werknemer van mening is dat de bedrijfsarts het verzoek om een second opinion onterecht heeft afgewezen kan de werknemer een klacht indienen bij de arbodienst of de bedrijfsarts. Iedere bedrijfsarts of arbodienst moet een klachtenprocedure hebben.

Lees meer

« Terug naar index

2. Wie betaalt de second opinion van de zieke medewerker?

De werkgever betaalt als de werknemer de second opinion laat uitvoeren bij een bedrijfsarts of arbodienst die in het contract is opgenomen. Indien in overeenstemming werkgever instemt met een bedrijfsarts of arbodienst die niet in de overeenkomst is opgenomen komen de kosten eveneens voor rekening van werkgever.

Zonder instemming van werkgever komen de kosten voor rekening van werknemer. Het ministerie van SZW geeft hierover de volgende toelichting:

Artikel 44 van de Arbeidsomstandighedenwet bepaalt dat het niet mogelijk is bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet regels te stellen waarvan de kosten ten laste van de werknemer worden gebracht. Een dergelijke second opinion valt dan ook buiten het bereik van het onderhavige besluit.

Indien de werknemer een second opinion laat uitvoeren door een bedrijfsarts die niet in de overeenkomst is opgenomen of waarmee de werkgever niet heeft ingestemd dan kan de eerste bedrijfsarts op basis van zijn professionaliteit een dergelijke second opinion toch betrekken bij de eigen oordeelsvorming. Hij is daartoe evenwel niet verplicht op basis van dit besluit.

Aangezien het onderhavige artikel 2.14d niet van toepassing is op de raadpleging van een andere bedrijfsarts die niet in de overeenkomst is opgenomen en met wie de werkgever niet instemt, is de eerste bedrijfsarts bijvoorbeeld ook niet verplicht informatie over de omstandigheden in het bedrijf aan die andere bedrijfsarts te verstrekken. De eerste bedrijfsarts kan dat alleen doen met instemming van de werkgever

« Terug naar index

3. Mag een bedrijfsarts voorstellen dat een collega de second opinion doet, of heeft de werknemer een volledig vrije keuze?

Zie het antwoord bij vraag 2: de bedrijfsarts kan een voorstel doen, maar de zieke medewerker heeft het recht om zelf een bedrijfsarts te kiezen; dat kan hij dan voorstellen aan de werkgever die daar al of niet mee akkoord kan gaan met consequenties voor de betaling.

« Terug naar index

4: Is er een vast tarief voor een second opinion?

Er is geen vast tarief vastgesteld. Het ministerie van SZW geeft aan “dat de prijsvorming rond de second opinion aan de sector wordt gelaten”. De bedrijfsarts die de second opinion uitvoert, mag dus uitgaan van wat zijn arbodienst ervoor vraagt of de uren die hij ervoor nodig heeft gehad.

« Terug naar index

5. Is de bedrijfsarts nalatig als hij in het consult verzuimt te wijzen op een second opinion, zoals bij het deskundigenoordeel?

Ja, want het doel van de wetswijziging is transparantie in het handelen.
“De bedoeling van de second opinion is (mede) om het vertrouwen in de bedrijfsarts zo mogelijk te herstellen” en “De regering blijft het wenselijk vinden dat voor het feitelijk contactleggen met de second opinion arts en het voorzien van het dossier voor die arts uit oogpunt van uitvoerbaarheid en kostenbeperking de bedrijfsarts het voortouw neemt”

« Terug naar index

6. Hoe verhoudt de second opinion zich tot de eerdere uitspraak van de eigen bedrijfsarts van de aanvrager?

De eigen bedrijfsarts zet zijn eigen advies op papier. Het advies wordt naar werknemer en werkgever gestuurd. De aanvraag om een second opinion heeft geen opschortende werking. Dit betekent dat, wanneer werknemer een second opinion aanvraagt, de lopende afspraken met de eigen bedrijfsarts en werkgever gewoon doorlopen. De re-integratie vindt plaats op basis van de gemaakte afspraken en wordt niet uitgesteld tot na de second opinion.

Indien werknemer een machtiging tekent om het second opinion-advies te delen met de eigen bedrijfsarts, dan ontvangt de eigen bedrijfsarts het second opinion-advies.  Het advies dat met de second opinion is gegeven door de second opinion-bedrijfsarts is niet bindend. De eigen bedrijfsarts besluit om het advies geheel, gedeeltelijk of helemaal niet over te nemen. De redenen voor dit besluit legt hij aan werknemer uit. Als de eigen bedrijfsarts zijn advies aanpast naar aanleiding van de second opinion, stelt hij werkgever daarvan op de hoogte. 

« Terug naar index

7. Hoe verhoudt een second opinion zich tot tot een deskundigenoordeel, mocht een zieke medewerker beide aanvragen?

Het ministerie van SZW geeft hierover de volgende toelichting:
 
‘Het deskundigenoordeel beoogt het re-integratieproces vlot te trekken als dat stagneert tijdens de eerste twee ziektejaren. Artikel 32 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen onderscheidt vier soorten van het deskundigenoordeel. Een deskundigenoordeel kan gegeven worden over: het al dan niet bestaan van arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk, het nakomen van de re-integratieverplichting door de werknemer, het aanwezig zijn van passende arbeid bij de werkgever, en het nakomen van de re-integratie-inspanningen door de werkgever. Het deskundigenoordeel kan zowel op verzoek van de werknemer als op verzoek van de werkgever plaatsvinden.
 
De second opinion op grond van het onderhavige besluit kan enkel door de werknemer worden aangevraagd. Verder kan de in het onderhavige besluit geregelde second opinion enkel door een bedrijfsarts worden uitgevoerd terwijl het deskundigenoordeel wordt gegeven door een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige. Conform artikel 32 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is enkel het UWV bevoegd een oordeel te geven in de gevallen, bedoeld in artikel 32. Zo heeft een door het UWV benoemde deskundige de wettelijke taak om bij een verschil van mening tussen een werkgever en een werknemer over de betaling van loon te beoordelen of een werknemer al dan niet arbeidsgeschikt is (zie artikel 32, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen juncto artikel 629a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek).
 
Een bedrijfsarts die op grond van het onderhavige besluit een second opinion uitvoert is (in die hoedanigheid) geen deskundige als bedoeld in artikel 629a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Een door een bedrijfsarts op grond van het onderhavige besluit gegeven second opinion kan dan ook niet gezien worden als een oordeel als bedoeld in artikel 32 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Bovenvermelde beschrijving wordt onderschreven door het UWV. Het UWV voorziet echter wel dat er vanuit klantperspectief onduidelijkheid kan blijven bestaan over de status van de verschillende adviezen. Om deze reden zal in de voorlichting over het onderhavige besluit de nodige aandacht worden besteed aan de verhouding tussen het deskundigenoordeel en de second opinion op grond van het onderhavige besluit. 

Lees meer

8. Welke uitgangspunten hanteert de NVAB rond second opinions?

De NVAB hanteert de volgende uitgangspunten bij een second opinion.

  • Een second opinion is voor die situaties waar belangrijke bezwaren en/of knelpunten in de begeleiding spelen. Als de werkende gebruik wil maken van een second opinion moet dit volgens de privacywetgeving gebeuren: een werknemer hoeft geen verantwoording af te leggen aan de werkgever over de aanleiding voor de second opinion.
  • Een second opinion zonder overleg met de eerst-betrokken bedrijfsarts kan niet.
  • Een second opinion komt tot stand na verwijzing door de eerst-betrokken bedrijfsarts, conform de door het Zorginstituut voorgestelde procedure in de curatieve zorg (Rapport Second opinion in de Zorgverzekeringswet; Zorginstituut, 6 jan 2015).
  • Informatie over een (eventuele) second opinion is privacygevoelig. Deze informatie mag niet zonder toestemming van werknemer met werkgever gedeeld worden. 
  • Second opinion en medisch dossier: hoe lang wordt de second opinion bewaard?
    Bij de second opinion is er sprake van een overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO). De second opinion bedrijfsarts zal de bescheiden gedurende 20 jaar [1], te rekenen van het tijdstip waarop ze zijn vervaardigd, of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit, bewaren.
    [1] Artikel 454, 3e lid, Boek 7 BW. 

« Terug naar index