Ga naar de inhoud

Opleidingsinstelling worden

Om aiossen in een geneeskundig specialisme of profiel te mogen opleiden, hebben de opleidingsorganisaties een erkenning nodig. Zo’n erkenning loopt via de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS). Als je een opleidingsinstelling voor bedrijfsartsen wil worden, kun je bij de RGS een erkenning aanvragen als je aan een aantal eisen voldoet.

NSPOH klassikaal

Cursorisch deel

Parallel aan de praktijkopleiding vindt het instituutsonderwijs plaats. Kennis en vaardigheden worden 1 dag per week aangeboden in een afwisselend programma van interactieve colleges, vaardigheidstrainingen, moduleopdrachten en thematische werkgroepen. Het cursorisch gedeelte wordt aangeboden door NSPOH in Utrecht en SGBO in Nijmegen.

Twee vrouwen in gesprek

Praktijkopleiding

Tijdens de opleiding werkt de arts in opleiding tot specialist bij of voor een als opleidingsinstelling erkende arbodienst. De aios voert een aantal passende praktijkopdrachten om de persoonlijke competenties te ontwikkelen. In de loop van de opleiding breidt het werkterrein van de aios zich steeds verder uit.

Opleidingsinstelling worden

Om aiossen in een geneeskundig specialisme of profiel te mogen opleiden, hebben de opleidingsorganisaties een erkenning nodig. Zo’n erkenning loopt via de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS). Als je een opleidingsinstelling voor bedrijfsartsen wil worden, kun je bij de RGS een erkenning aanvragen als je aan een aantal eisen voldoet.

Eisen aan de opleidinginstelling

Bekijk de eisen voor opleidingsinstellingen in het Kaderbesluit (College Geneeskundige Specialismen).

  • De opleidingsduur van 4 jaar voor een aios start pas wanneer deze werkt voor een erkende opleidingsinstelling. Een inschrijving bij het opleidingsinstituut alleen is niet voldoende. We moedigen aiossen aan om na te gaan of de instelling waarbij hij werkzaam is voor de opleiding bedrijfsgeneeskunde is erkend. Dit kan via de eigen arbodienst (hoofdopleider) of via de RGS.
  • De arts in opleiding tot specialist arbeid en gezondheid (aios) bedrijfsgeneeskunde leert het vak bij de opleidingsinstelling onder begeleiding van een ervaren collega: de praktijkopleider.
  • Het kan voorkomen dat de erkenning van een opleidingsinstelling wordt ingetrokken. In dat geval krijgen zittende aiossen de gelegenheid om de opleiding ergens anders af te maken.

Kaders voor de opleiding

Het landelijk opleidingsplan (LOP) vomt het fundament van de opleiding. Het LOP beschrijft de kaders voor de opleiding. De opleidingsinstituten voeren de opleiding binen de kaders uit en hebben mogelijkheden om daarbinnen specifieke profilering te verwerken. De opleidingsinstellingen en de praktijkopleiders geven het praktijkgedeelte van de opleiding vorm binnen de kaders van het LOP.

Kwaliteit van de opleiding

Hoe ziet een kwalitatief goede opleiding tot sociaal geneeskundige (artsen maatschappij & gezondheid, verzekeringsartsen en bedrijfsartsen) eruit? En hoe zorg je dat die kwaliteit hoog blijft en verder verbetert? Samen met de andere sociaal geneeskundige beroepsverenigingen verenigingen, KAMG en NVVG, beantwoordden we deze vragen in een gezamenlijke een kwaliteitsvisie en kwaliteitssysteem.

Instellingsopleidingsplan

Voordat een opleidingsinstelling en -instituut start met het opleiden van een aios, vertalen zowel de opleidingsinstelling als het opleidingsinstituut het Landelijk Opleidingsplan (LOP) naar een eigen ‘lokaal’ plan:

  • De opleidingsinstelling maakt een nadere uitwerking van de praktijkopleiding (instellingsopleidingsplan), waarin structuur en inhoud van de praktijkopleiding tot specialist wordt beschreven.
  • Het opleidingsinstituut maakt een nadere uitwerking van het cursorisch onderwijs (instituutsopleidingsplan), waarin structuur en inhoud van het cursorisch onderwijs gedurende de specialistenopleiding wordt beschreven

Het instellingsopleidingsplan en instituutsopleidingsplan zijn op elkaar afgestemd. Beide opleidingsplannen worden ter goedkeuring aan de wetenschappelijke vereniging voorgelegd en dienen voor de start van de opleiding te zijn goedgekeurd.