Afscheidsrede Carel Hulshof: Blijven zagen - BG-dag 2020
In 2011 werd Carel Hulshof benoemd tot bijzonder hoogleraar arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, als eerste op een door de NVAB ingestelde leerstoel. Dit jaar, 2020, nam prof. dr. Carel Hulshof afscheid van dit ambt. In zijn oratie ‘Blijven zagen’ in 2012 ging hij in op ontwikkelingen in de wetenschap en de praktijk van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde en gaf hij zijn plannen voor de leerstoel weer. In zijn afscheidsrede blikte hij zowel terug als vooruit en gaf hij aan waarom het ook voor de komende tijd belangrijk is te blijven zagen.
Arbeidsvitaminen: Een radioprogramma waar mensen vanaf het werk verzoeknummers kunnen aanvragen. Het is het oudste radioprogramma ter wereld.
In welke muziek zit werk? Het oude ‘Dark as a dungeon’ bezingt de gevaren van het werken in de mijn: The dangers are double and the pleasures are few. Maar: once a miner, always a miner. En dit is maar een van de vele mijnwerkersliederen, die allemaal verhalen over gevaar, maar ook over trots op het werk. Dat illustreert de paradox dat werk gevaren met zich mee kan brengen, maar toch heel veel voor mensen betekent, ondanks de gezondheidsproblemen.
Initiatief leerstoel
In 2007 is Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde onvoldoende academisch geworteld in Nederland. Er is onder meer gebrek aan universitaire infrastructuur, onderwijs in de basisartsopleiding, leerstoelen en promotieplaatsen. Omgekeerd is de wetenschap nog onvoldoende aanwezig in de praktijk. We doen wel pogingen tot meer evidence based werken, maar ook daar was nog een hele weg te gaan. Daarom adviseerde de Commissie Richtlijnontwikkeling en Wetenschap (CROW) het NVAB-bestuur daar iets aan te doen. Daaruit ontstond het initiatief tot een leerstoel om de wetenschappelijke basis van de beroepsuitoefening te versterken en de kloof tussen wetenschap en praktijk te verkleinen. Lang verhaal kort, bij de BG-dagen in 2011 werd ik letterlijk het ambt in gezongen.
Blijven zagen is een Belgische term en betekent: blijven aandringen om antwoord op je vragen te krijgen. Ik vind dat we dat als bedrijfsartsen ook voortdurend zouden moeten doen. De kern van bedrijfsgeneeskunde is nu net dat we niet alleen gevraagd, maar ook ongevraagd adviseren. Je moet erop uit, ga het bedrijf in, op de werkplek kijken. Carel: “Ik kan me dit vak niet goed voorstellen als je dat niet doet. Ik zou doodongelukkig zijn geweest als ik alleen maar achter dat bureau had moeten zitten. En ook: hoe kan je iemand adviseren als je niet weet hoe het werk eruit ziet?”
Trots op richtlijnontwikkeling
Richtlijnen in Pubmed zijn sinds 1990 enorm toegenomen, zowel absoluut als relatief ten opzichte van andere publicaties. Carel roept op tot gepaste trots: “Wij zijn de eersten geweest die een richtlijnprogramma ontwikkelden voor bedrijfsgeneeskunde. Natuurlijk kunnen er altijd zaken beter, dat krijgen we ook terug uit de praktijk. Maar het is ook een belangrijke mogelijkheid en instrument om ons vakgebied op de kaart te zetten, transparant te maken en daarmee werkelijk effectief te zijn.” Het maakte hem dan ook tevreden dat vanochtend uit antwoorden op de vraag die Gijsbert van Lomwel stelde, bleek dat richtlijnen toch over het algemeen als hulpmiddel worden gezien. Er zijn veel ontwikkelingen, met nadruk ook voor het bevorderen van de implementatie van richtlijnen. Verder is het interessant om te kijken naar andere vormen van evidence naast randomised clinical trials, hoewel die onverminderd belangrijk blijven. Meer aandacht voor personalised medicine is welkom, ook bij de ontwikkeling van richtlijnen, door te werken met verschillende cliëntprofielen en shared decision making.
Pro preventie
Daarnaast brak Carel opnieuw een lans voor het voldoende aandacht geven door de bedrijfsarts aan zijn preventieve taak. Mariska de Wit heeft in haar onderzoek een focusgroepstudie gedaan naar chronisch zieke werkenden. Wat al die patiënten noemden, was dat het vertrouwen dat men had in de bedrijfsarts een essentiële voorwaarde was om kwetsbare zaken te delen met de bedrijfsarts. Hoe kunnen we dat vertrouwen winnen? In ieder geval niet door alleen na zes weken, wanneer je door een opdrachtgever gevraagd wordt, eens te kijken en verder zo weinig mogelijk. Het enige wat je kunt doen, is als bedrijfsarts in de praktijk laten zien dat je iets kunt betekenen voor de mensen. De kennisagenda Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde is een mooie aanwinst, maar Carel zegt voldoende aandacht voor preventie te missen: “Preventie is naar mijn idee van essentieel belang, zeker in het licht van deze en wellicht toekomstige pandemieën. Het is niet alleen maar van belang dat mensen na Covid weer aan het werk gaan, maar we moeten ook proberen te voorkomen dat mensen in hun beroep een grotere kans hebben om het op te lopen. Goed dat daar ook meer onderzoek naar gebeurt.”
PMO
Over het Preventief Medisch Onderzoek is veel informatie beschikbaar, zowel over de theorie als over de uitvoering ervan. Zoals de leidraad PMO en een addendum voor mensen die werken met toxische stoffen. Er is een proefschrift verschenen met de evaluatie van het PMO bij verpleegkundigen, waar onder meer uit kwam dat het kosteneffectief was. Er wordt internationaal aandacht aan het PMO besteed. Er is het onderzoek van Felicia Los waaraan een groot cohort van bedrijfsartsen meedoet, er is een aantal recente richtlijnen waarin specifiek aandacht is voor het PMO, soms zelfs aangevuld met instrumentarium dat u kunt gebruiken. “Kortom, ik zou zeggen: do it!!!! Ik hoop dat velen van u in de praktijk dit ter harte zullen nemen,” spoort Carel de kijkers aan.
Afsluitend grijpt Carel terug op de muzikale start van de voordracht: “Tot slot. Blijven zagen, probeer dat vooral te doen. Blijf zagen als bedrijfsartsen en laten we hopen dat dan het nummer dat Merle Travis zo mooi zong, verandert in een strofe: ‘where the pleasures are double and the dangers are few’. Dank u wel.”
Bedankt
NVAB-voorzitter Gertjan Beens neemt ook afscheid van Carel: “Jouw vertrek is het einde van een tijdperk. Er breken nieuwe tijden aan. Volgens mij kunnen we zeggen dat jij een van degenen bent die het vakgebied bedrijfsgeneeskunde in Nederland op de kaart hebben gezet en ook internationaal aanzien hebben gegeven. Namens de NVAB: heel hartelijk dank daarvoor.”