Met het aannemen van twee moties over de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) lijkt de Tweede Kamer essentiële preventieve doelstellingen van het kabinet uit het oog te verliezen. Vanuit de wens voor mkb-ondernemers de regeldruk te beperken, doen de indieners overhaaste voorstellen om RI&E-verplichtingen af te schaffen. De NVAB roept het kabinet op de moties naast zich neer te leggen en in overleg met het werkveld naar betere oplossingen voor RI&E-knelpunten te blijven zoeken..
Op gespannen voet met ambities
Op 6 november nam de Tweede Kamer twee moties aan die mkb-werkgevers moeten ontlasten bij hun RI&E-verplichtingen. Hierbij is sprake van opmerkelijke haast bij een thema dat om zorgvuldige overweging vraagt. Helemaal omdat de voorstellen op gespannen voet staan met kabinetsambities.
- De motie Flach c.s. vraagt de regering om per 1 januari 2025 terug te gaan naar RI&E-toetsing door maximaal 1 in plaats van 3 kerndeskundigen. Ook moet de regering onderzoeken of bij wijze van vervolgstap volledige afschaffing van de verplichte toetsing mogelijk is. Op dit moment gelden al vrijstellingen voor werkgevers die voor minder dan 40 uur werknemers in dienst hebben en voor bedrijven tot 25 werknemers die een erkende branche-RI&E gebruiken.
- De motie Kisteman c.s. verzoekt de regering vóór het voorjaar van 2025 te verkennen of het mogelijk is organisaties tot 25 werknemers helemaal uit te zonderen van de verplichting om een schriftelijke RI&E op te stellen.
Streven naar duurzame arbeidsparticipatie
Het kabinet-Schoof I heeft meerdere preventieve ambities uitgesproken op het gebied van gezond en veilig werk. Volgens het regeerprogramma wil de coalitie de ziektepreventie versterken (p. 67) en de duurzame arbeidsparticipatie verhogen door het ziekteverzuim terug te dringen (p. 126). In de begroting SZW (p. 15) omarmt de regering de door het vorige kabinet geformuleerde ambitie om de 4.000 jaarlijkse sterfgevallen door factoren op het werk vóór 2040 tot nul te reduceren. Het kabinet geeft hierbij expliciet aan dat werkgevers meer moeten doen aan preventie. Psychosociale arbeidsbelasting, gevaarlijke stoffen en fysieke belasting gelden als speerpunten.
Onmisbare basis voor preventief beleid
Het is moeilijk voorstelbaar dat RI&E-aanpassingen zoals de Kamer ze voorstelt in overeenstemming kunnen zijn met deze kabinetsambities. De RI&E vormt immers de onmisbare basis onder het preventieve beleid van werkgevers. Hierin brengt een werkgever in de organisatie aanwezige gezondheids- en veiligheidsrisico’s in kaart. Vervolgens beschrijft de werkgever in een plan van aanpak welke maatregelen de organisatie neemt om de risico’s zo veel mogelijk te beperken. De Nederlandse Arbeidsinspectie beschouwt het opstellen en actueel houden van een RI&E als een kernverplichting. Ook de huidige hoge verzuimcijfers en WIA-instroom onderstrepen het grote belang hiervan, voor werknemers én werkgevers. Deze laatsten betalen immers het grootste deel van de kosten.
Schakel tussen kerndisciplines
De RI&E en de RI&E-toetsing vormen daarnaast een cruciale verbindende schakel tussen de disciplines die samen de arbeidsgerelateerde zorg vormgeven. In 2022 zijn de certificeringsvereisten voor arbokerndeskundigen aangepast om te waarborgen dat bij RI&E-toetsing meerdere disciplines worden betrokken als de risico’s hierom vragen. Bedrijfsartsen hechten hier als mede-uitvoerders van de toetsing grote waarde aan. Meer samenwerking tussen de kerndisciplines maakt overigens ook deel uit van een andere kabinetsambitie. In het kader van het programma Innovatieve Arbozorg overleggen de NVAB en andere beroepsverenigingen regelmatig met het ministerie van SZW. Overhaaste aanpassing van RI&E-verplichtingen kan deze inspanning bij voorbaat tenietdoen.
Noodzakelijk preventiebewustzijn
Tot slot is het goed om op te merken dat bedrijfsartsen bij de recente herijking van de prioriteiten voor de bedrijfsgeneeskunde juist stevig hebben ingezet op meer preventie. Een belangrijke randvoorwaarde bij deze nieuwe koers voor de bedrijfsgeneeskunde is dat we onze strijd voor een duurzaam inzetbare beroepsbevolking niet alleen voeren, maar in nauwe samenwerking met de organisaties die we ondersteunen. Optimale invulling van de bedrijfsgeneeskundige zorg vraagt om scherp risico-inzicht en een hoog preventiebewustzijn bij werkgevers. En wat de omvang van een organisatie ook mag zijn: de RI&E speelt hier een cruciale rol in. Deze moties geven ten onrechte precies de omgekeerde boodschap af.