Bedrijfsartsen gaan voor maximale impact op gezond werken
Van maximale betekenis zijn én blijven voor zo veel mogelijk werkenden. Dat is de ambitie die bedrijfsartsen uitspreken in de nieuwe koers voor de bedrijfsgeneeskunde die de NVAB vandaag op het jaarlijkse congres BG-dagen presenteert. De nieuwe koers herschikt de prioriteiten binnen het vak door sociale geneeskunde en bedrijfsgeneeskundig organisatieadvies voorop te zetten. Voorzitter Boyd Thijssens: ‘Er zijn zoveel dingen die we kunnen doen om gezond werken te bevorderen en langdurige ziekte te voorkomen. Waar het om gaat is dat de bedrijfsarts er voor álle werkenden moet zijn, ook de toekomstige.’
Groeiend tekort
De komende periode groeien de beroepsbevolking en het aantal beschikbare bedrijfsartsen steeds verder uit elkaar. Zelfs succesvolle wervings- en opleidingsinspanningen in de voorbije jaren hebben dit niet kunnen voorkomen. Daarom sluit de beroepsgroep nu op deze realiteit aan met een nieuwe koers voor de bedrijfsgeneeskunde. Hierin maken bedrijfsartsen scherpe keuzes vanuit een heldere ambitie: van maximale betekenis zijn én blijven voor zo veel mogelijk werkenden, of die nu ziek of (nog) gezond zijn.
Onvermijdelijke koerswending
Met deze ambitie is een koerswending onvermijdelijk, benadrukken NVAB-voorzitter Boyd Thijssens en vicevoorzitter Madelijn de Kleine. ‘Door de groeiende beroepsbevolking, historisch hoog verzuim en begrijpelijke focus hierop in bedrijfsleven en politiek besteden bedrijfsartsen steeds meer tijd en aandacht aan individuele verzuimbegeleiding,’ legt Thijssens uit. ‘Sociale geneeskunde en preventie op collectief niveau worden naar de achtergrond verdrongen. Zo raken we steeds verder verwijderd van wat volgens de wet en de uitgangspunten van ons vak de bedoeling is.’ Die bedoeling is glashelder, vult De Kleine aan. ‘Voor bedrijfsartsen is niet alleen een adviserende rol bij de verzuimbegeleiding weggelegd. We horen ook een sleutelrol te vervullen bij inspanningen voor gezond en veilig werk en een duurzaam inzetbare beroepsbevolking. Doordat verzuim nu vrijwel alle tijd en aandacht opeist, komt hier te weinig van terecht.’
Het werk anders inrichten
Op de huidige weg doorgaan bij de huidige ontwikkeling van vraag en aanbod is ook ronduit onmogelijk, zegt Thijssens. ‘Binnen 10 jaar bereikt 70% van de huidige bedrijfsartsen de AOW-gerechtigde leeftijd. Nu al is er nog maar één bedrijfsarts beschikbaar per 6.000 werkenden. Over een paar jaar is dat één bedrijfsarts per 10.000 werkenden.’ Er is daarom geen ontkomen aan, haakt De Kleine in. ‘Om ook in de toekomst goede bedrijfsgezondheidszorg te kunnen bieden en recht te doen aan de wettelijke en beroepsmatige uitgangspunten, zullen we ons werk anders moeten inrichten. Niets doen komt neer op accepteren dat we grote groepen in de kou laten staan en uiteindelijk zelfs de individuele begeleiding niet goed meer kunnen uitvoeren. Dat is onaanvaardbaar.’
Populatie- en groepsniveau als prioriteit
De nieuwe koers onderscheidt vier kernthema’s: Sociale geneeskunde, Bedrijfsgeneeskundig organisatieadvies, Individuele begeleiding en Preventie. De prioriteit ligt hierbij op het vlak van de sociale geneeskunde en het bedrijfsgeneeskundig organisatieadvies. Thijssens: ‘Met deze focus op het populatie- en groepsniveau borgen we als beroepsgroep dat onze inspanningen zoveel mogelijk werkenden vooruithelpen. Uiteraard blijven bedrijfsartsen ook werkzaamheden voor individuele begeleiding en preventie uitvoeren. Sterker nog: we vinden actief zijn op deze kernthema’s onmisbaar. Wel zullen we werkzaamheden op deze terreinen altijd op zo’n manier moeten organiseren dat we maximale effectiviteit op populatie- en groepsniveau waarborgen.’
Er zijn voor álle werkenden
De nieuwe prioritering plaatst advies op alle denkbare niveaus meer op de voorgrond, zegt De Kleine. ‘Dus ook op maatschappelijk niveau. Voor veel van onze leden is dat uitdagend, het vraagt ook om andere vaardigheden dan hun verzuimspreekuur. Aan de andere kant: het hoeft niet altijd advies aan de Tweede Kamer te zijn. Iedere bedrijfsarts woont en werkt in een gemeente. En dan zijn er nog de GGD, artsen maatschappij & gezondheid, preventieplannen…’ Thijssens licht toe: ‘Er zijn zo veel dingen die we kunnen doen om gezond werken te bevorderen en langdurige ziekte te voorkomen. Waar het om gaat is dat de bedrijfsarts er voor álle werkenden moet zijn, ook de toekomstige.’
Uitgebreide discussie
De nieuwe koers is het resultaat van een proces van ruim een jaar waarin binnen de NVAB uitgebreid en in allerlei samenstellingen werd gediscussieerd over de gewenste richting en invulling. Op basis van de opbrengst formuleerde het NVAB-bestuur een voorstel. De leden stemden hier vervolgens op een algemene ledenvergadering door een formele stemming mee in. ‘Ik ben er trots op dat we als beroepsvereniging platform konden zijn voor deze dialoog,’ blikt Thijssens terug. ‘We hebben die welbewust aangejaagd en gefaciliteerd. Maar ik ben nog trotser dat veel leden, onder wie een grote groep aiossen, zich actief in dit gesprek hebben gemengd. Deze nieuwe koers gaat over de toekomst van ons vak. Onze leden zijn uiteindelijk degenen die deze toekomstvisie moeten waarmaken.’
Dialoog met belanghebbenden
Op de weg van visie naar realiteit liggen nog tal van uitdagingen, beseffen de twee NVAB’ers. ‘We zullen ons doel niet van de ene op de andere dag bereiken. En ook niet zonder samenwerking met anderen,’ zegt De Kleine. Overleg met alle belanghebbenden is onmisbaar, beaamt Thijssens. ‘De komende tijd organiseren we daarom opnieuw een dialoog, nu met de wereld om ons heen.’ De vereniging gaat in gesprek met branche- en beroepsverenigingen, organisaties van werkgevers en werknemers en andere landelijke spelers. Voor de leden organiseert ze regionale bijeenkomsten voor gesprekken met hun werk- en opdrachtgevers. Thijssens: ‘De nieuwe koers geeft de kaders, maar bedrijfsartsen moeten er vooral hun eigen invulling aan geven. Iedereen heeft zijn of haar individuele kwaliteiten en interesses, dus persoonlijk maatwerk bepaalt uiteindelijk het gezamenlijke resultaat.’