Vanaf 1 september 2025 verandert de werkwijze voor het voorkomen van iatrogene transmissie van hepatitis B (HBV), hepatitis C (HCV) en hiv. De Commissie Preventie Iatrogene Transmissie (PIT), die toezicht hield op zorgverleners met een HBV-, HCV- of hiv-infectie, wordt per die datum opgeheven. Het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) concludeerde, in overleg met onder meer het RIVM, dat centrale monitoring niet langer noodzakelijk is door verbeteringen in het HBV-vaccinatiebeleid, een beperkte doelgroep en toegenomen deskundigheid in het veld.
Gevolgen voor bedrijfsartsen
Deze wijziging heeft belangrijke consequenties voor bedrijfsartsen:
- Meer verantwoordelijkheid: De monitoring van zorgverleners met een infectie komt per 1 september 2025 volledig bij de zorgverlener zelf, diens werkgever en de betrokken bedrijfsarts te liggen.
- Gebruik richtlijnen: De bedrijfsarts volgt de richtlijn rond HBV-transmissie, inclusief het periodiek laten bepalen van de virusload.
- Rol in instellingsbeleid: Afspraken over infectiepreventie worden vastgelegd in het instellingsbeleid, met inbreng van de bedrijfsarts of arbodienst. De privacy van de zorgverlener moet geborgd te zijn.
- LCI als nieuwe adviesinstantie: De Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI, onderdeel van het RIVM) neemt de adviserende taak van de commissie PIT over. Bij complexe situaties kan de bedrijfsarts de LCI raadplegen.
- Praktische aanpassingen: Aanmelding bij PIT vervalt. De bestaande richtlijn wordt aangepast. Communicatie via het PIT-e-mailadres blijft mogelijk tot dit over gaat naar het reguliere LCI-contactpunt.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Deze veranderingen vragen van bedrijfsartsen proactieve betrokkenheid. Het advies is om tijdig het gesprek aan te gaan met klanten en te inventariseren in hoeverre lokale infectiepreventieprotocollen aangepast moeten worden.
Meer informatie
In de brief van het RIVM lees je meer over de aanleiding en de nieuwe werkwijze. Wij waren betrokken bij deze brief ten aanzien van de rol van de bedrijfsarts/arbodienst en het borgen van de privacy van de zorgverlener.
