Vandaag kende de Commissie Burger-/Zielhuispenning de Reinier Zielhuispenning toe aan Thomas van Rossum voor zijn onderzoek naar het effect van de timing van het eerste spreekuur bij psychisch verzuim. Hij onderzocht de impact van de timing van het eerste spreekuur op de werkhervatting van werknemers met psychische klachten, conform de NVAB-richtlijn Psychische problemen.

Het onderzoek van Van Rossum is een belangrijke en voor de praktijk relevante studie, zegt de commissie. Hij analyseerde gegevens van meer dan 12.000 werknemers. De resultaten suggereren dat er geen klinisch relevant effect is van de timing van het eerste spreekuur op verzuimduur. Hoewel de uitkomstmaat verzuimduur uiteraard niet alles zegt, zou volgens Thomas zelf wel opnieuw kritisch gekeken moeten worden of de aanbeveling in de richtlijn om werknemers met psychische klachten binnen twee weken op het spreekuur van de bedrijfsarts te vragen nog wel standhoudt. Dit zou ook als argument kunnen worden gezien om de bedrijfsarts meer op preventieve taken in te zetten, en waarin dit onderdeel van de verzuimbegeleiding kan worden opgepakt door andere professionals.
Elke twee jaar wordt aan de opleidingsinstituten een selectie van onderzoeken voor deze waardering gevraagd. De NSPOH en SGBO nomineerden deze keer zeven artikelen, afgerond door hun aiossen in 2023. Aan ons, de commissie Burger en Zielhuispenning om deze te beoordelen, en 1 winnaar te kiezen.Deze keer viel de hoge kwaliteit op, waarvoor complimenten aan de opleidingsinstituten, de onderzoeksbegeleiders en natuurlijk de onderzoekers zelf.
Er waren dit jaar drie genomineerden. De anderen waren:
- Arne Melessen met onderzoek over medische keuringen voor duikers. Mooi onderzoek voor de preventiekant van de bedrijfsgeneeskunde, net uitgevoerd en met onze felicitaties dat het ook gepubliceerd is in het tijdschrift ‘Diving and hyperbaric medicine’. Als onderdeel van die keuringen wordt routinematig een dipstick urineonderzoek uitgevoerd met als doel diabetes mellitus en urolithiasis uit te sluiten. In dit onderzoek heeft hij een database-onderzoek verricht om de waarde van deze test te onderzoeken. De onderzoeker concludeert dat de urinetest niet kosten-effectief noch klinisch relevant was. Een mooi onderzoek, relevant voor de praktijk. Op basis van dit onderzoek zal de keuring voor militaire duikers worden aangepast. Bovendien is zijn onderzoek al gepubliceerd in het tijdschrift ‘Diving and hyperbaric medicine’.
- Elisabeth Kool bracht de complexe driehoeksrelatie tussen werkgever, werknemer en bedrijfsarts in kaart via semigestructureerde interviews. Ze constateert dat HR-medewerkers de voorkeur geven aan fysieke consulten in de beginfase van verzuimbegeleiding, maar erkent ook de waarde van digitale alternatieven. Haar aanbevelingen om consulttypen in contracten op te nemen, kunnen de samenwerking en efficiëntie verbeteren. Dit onderzoek benadrukt het belang van een geïntegreerde benadering voor alle betrokken partijen. Het zet aan tot nadenken. Knap hoe de zij in korte tijd een kwalitatief onderzoek netjes heeft opgezet en uitgewerkt. Vernieuwend is hoe ze bedrijfsgeneeskundig onderzoek insteekt vanuit een klantvraag en klantperspectief, dat zouden we vaker moeten doen.
Over de Reinier Zielhuispenning
De Reinier Zielhuispenning wordt eens in de twee jaar uitgereikt door de NVAB aan de arts, die in het kader van de opleiding tot medisch specialist ‘Arbeid en Gezondheid – bedrijfsarts’ het beste onderzoeksartikel heeft geschreven. De artikelen worden ingezonden door de opleidingsinstituten NSPOH en SGBO. De NVAB-Commissie Burger-/Zielhuispenning beoordeelt de artikelen en roept de winnaar uit.

Universiteit Utrecht benoemt per 15 oktober Frits van Rooy tot hoogleraar ‘Vroegsignalering en preventie van beroepsziekten’ bij het Institute for Risk Assessment Sciences van de faculteiten Diergeneeskunde en Geneeskunde van de Universiteit Utrecht. Van Rooy is lid van de NVAB en bedrijfsarts bij Arbo Unie, die de leerstoel van één dag per week financiert. Net zoals voor onze bijzonder hoogleraar Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde staat het verbinden van wetenschap en praktijk hoog op de agenda.
Van Rooy zegt daarover: “Door verbinding kunnen we relevant wetenschappelijk onderzoek doen, kennis in beide richtingen verspreiden en preventieve maatregelen sneller en effectiever implementeren. De praktijk is nu nog niet goed in staat om effectieve preventie te realiseren. Er is een nieuwe, integrale aanpak nodig. Daarin moeten we onder meer het exposoom betrekken, inzicht vergaren in individuele blootstellingen, instrumentarium realiseren voor vroegdiagnostiek en -signalering, en data verzamelen op individueel-, populatie- en bedrijfsniveau. “
Lees het hele interview met Frits van Rooy op www.uu.nl
Gezondheidsbewaking is ondergesneeuwd door verzuimbegeleiding
Frits van Rooy in gesprek met tbv-online.nl: ‘Het is een erkenning van de noodzaak én het maatschappelijk belang om beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de agenda te zetten.’

Corné Roelen zet in het judicium voor de Burgerpenning op de BG-dagen 2023 de negen ingediende proefschriften voor de Burgerpenning 2023 in het zonnetje. Daarmee is goed te zien dat er op wetenschappelijk gebied mooi werk wordt verzet in de bedrijfsgeneeskunde. De commissie koos voor een proefschrift met een mooie variatie aan studies. Gebaseerd op vraagstukken die direct vanuit de bedrijfsgeneeskundige praktijk komen. Goed leesbaar en met aansprekende resultaten die voor iedere bedrijfsarts van belang zijn: een visitekaartje voor de bedrijfsgeneeskunde. En dan ook nog eens geschreven door een collega die er naast haar eigen praktijk als bedrijfsarts welhaast haar levenswerk van heeft gemaakt:
Monique van Beukering neemt de Burgerpenning 2023 met trots in ontvangst. Het promotieonderzoek maakte jarenlang een belangrijk deel uit van haar leven, naast privé en werk. Waarom zwangerschap als onderwerp? “Als je investeert in het begin van het leven, behaal je uiteindelijk het hoogste rendement. Daarom dus.” Aldus Monique. Als voorzitter van de commissie die over de toekenning gaat, onthield zij zich dit jaar van beoordeling.
Over het proefschrift
De helft van alle Nederlandse zwangere vrouwen werkt onder onveilige omstandigheden, waardoor zij risico lopen op complicaties. Met deze boodschap kwam Monique van Beukering op veel plekken als bedrijfsarts in het nieuws. Zij is bedrijfsarts bij Zorg van de Zaak en onderzoeker bij Amsterdam UMC en deed uitgebreid onderzoek naar werk tijdens de zwangerschap. Van Beukering: “Dit zijn geen individuele gevallen. Het is een serieus maatschappelijk probleem waar op korte termijn verandering in moet komen”.
Dit onderzoek heeft belangrijke conclusies en aanbevelingen om de omstandigheden van zwangeren te verbeteren. Het bereikte ook het publiek. Zo publiceerde het magazine Linda.nl een artikel, besteedde KRO/NCRV Pointer er aandacht aan en verschenen verschillende artikelen in AD.
De NVAB feliciteert Monique van Beukering van harte met het winnen van de Burgerpenning 2023 voor haar proefschrift ‘Healthy work in pregnancy’.
Lees meer

Minder dan 20% van de werkgevers heeft aandacht voor werkomstandigheden van hun zwangere medewerkers. Dit blijkt uit onderzoek van bedrijfsarts Monique van Beukering. Op dinsdag 6 december promoveerde Van Beukering op haar proefschrift ‘Healthy work in pregnancy’. In Nederland werkt 9 van de 10 zwangere vrouwen tijdens hun eerste zwangerschap. De helft van hen verricht arbeid die niet altijd veilig is. Ze werken vooral in zorg en welzijn, gevolgd door pedagogische en dienstverlenende beroepen.
Ongeveer zeven op de honderd zwangere vrouwen in Nederland bevallen te vroeg, vóór 37 weken zwangerschap. Uit onderzoek van Van Beukering blijkt dat het risico op vroeggeboorte stijgt bij gezonde zwangere vrouwen die tijdens hun werk regelmatig 3 uur of langer staan, 5 tot 10 kilo of meer tillen of ander lichamelijk inspannend werk doen. Tien op de honderd van deze groep vrouwen krijgt te maken met een vroeggeboorte. Datzelfde risico hebben zwangeren die meer dan 40 uur per week werken.
Kwetsbaarheid werkende zwangeren
Uit het proefschrift: “In Nederland werkt 82% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd, in loondienst of als zelfstandige. Hoewel vergeleken bij andere landen in Nederland veel vrouwen in deeltijd werken, is ‘werk’ een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven van Nederlandse zwangeren: 9 van de 10 zwangere vrouwen werken tijdens hun eerste zwangerschap, gemiddeld 30 uur per week. Ze werken het meest in functies in zorg en welzijn, gevolgd door pedagogische en dienstverlenende beroepen. Het College voor de Rechten van de Mens heeft de afgelopen jaren in verschillende campagnes aandacht besteed aan de kwetsbaarheid van werkende zwangeren op de arbeidsmarkt. Meer dan 40% van de werkende vrouwen met een kind heeft te maken gehad met discriminatie vanwege zwangerschap of recent moederschap, ook wat betreft hun arbeidsomstandigheden.”
Het onderzoek bestaat uit drie delen:
- De invloed van lichamelijke belasting en onregelmatige of lange werktijden op vroeggeboorte.
- Er zijn richtlijnen, maar volgen we die ook?’
- Een app door de onderzoeksgroep ontwikkelde app zodat zwangeren zelf kunnen kijken hoe ze veilig kunnen werken en hoe ze hun werk kunnen aanpassen.
Download het proefschrift, dare.uva.nl
Preventief naar de bedrijfsarts
Naast aanbevelingen voor verder onderzoek doet dr. Van Beukering praktische aanbevelingen. Onder meer aan de werkende zwangeren zelf, om vroegtijdig de bedrijfsarts te vragen hoe ze hun werk veilig kunnen blijven doen tot aan het zwangerschapsverlof. En aan de bedrijfsgezondheidszorg om bedrijven en organisaties actief te motiveren een ‘zwangerschapsbeleid’ in te voeren, gebruikmakend van de richtlijnen van de SER en de NVAB.
Zie ook

Vandaag kende de Commissie Burger-/Zielhuispenning de Reinier Zielhuispenning toe aan Marloes van Stralen voor haar onderzoek “Welke persoons- en ziektegebonden factoren zijn geassocieerd met een langere verzuimduur als gevolg van COVID-19 infectie”. Marloes stond al klaar met een ander onderzoeksonderwerp toen de pandemie losbarstte en lockdowns werden ingesteld. Ze switchte toen naar het genoemde onderwerp. De commissie sprak unaniem haar voorkeur uit, en die is overgenomen door de NVAB, voor een (destijds) nieuw en nog steeds zeer relevant bedrijfsgeneeskundig onderwerp dat bovendien snel in kaart is gebracht. Kortom: een goed uitgevoerd en helder beschreven onderzoek met uitgebreide analyse. Marloes bedankt haar onderzoeksbegeleider Erik Noordik, voor onder meer de hulp bij het switchen van onderwerp, en Corné Roelen voor zijn hulp bij de analyses.
Lees meer over het onderzoek op tbv-online.nl
Elke twee jaar wordt aan de opleidingsinstituten een selectie van onderzoeken voor deze waardering gevraagd. Deze keer viel de hoge kwaliteit op, waarvoor complimenten aan de opleidingsinstituten, de onderzoeksbegeleiders en natuurlijk de onderzoekers zelf.
Er waren dit jaar vier genomineerden. De anderen waren:
- Ryan Abdoelkarim: “Militaire oorlogsjournalisten; een vergeten groep? Een verkennende studie naar belastende en beschermende factoren voor leden van het Combat Mediateam bij Defensie” (NSPOH) Zie ook: Militaire oorlogsjournalisten; een vergeten groep? – april 2023, tbv-online.nl
- Inge van Vulpen- Bonnemayers: “Wat is de invloed van het coschap Sociale Geneeskunde op het beeld dat coassistenten van het bedrijfsartsen vak hebben?” (SGBO)
- Ankie van den Oord: “Re-integreren met een stoma. Wat gaat er goed, wat kan er beter” (SGBO)
Over de Reinier Zielhuispenning
De Reinier Zielhuispenning wordt eens in de twee jaar uitgereikt door de NVAB aan de arts, die in het kader van de opleiding tot medisch specialist ‘Arbeid en Gezondheid – bedrijfsarts’ het beste onderzoeksartikel heeft geschreven. De artikelen worden ingezonden door de opleidingsinstituten NSPOH en SGBO. De CBZ beoordeelt de artikelen en roept de winnaar uit.

Nederland telt zo’n 1,2 miljoen nachtwerkers. Hun werk is ongezonder dan velen beseffen. Bette Loef onderzocht de invloed van nachtwerk op gezondheid, leefstijl en afweer van zorgverleners in haar proefschrift ‘Shift work: Health, lifestyle, and immunological effects’. Daarbij bleek dat zorgverleners die regelmatig nachtdiensten draaien, een groter risico hebben op griep- en luchtwegklachten dan hun collega’s die alleen overdag werken. De slechtere ervaren slaapkwaliteit van nachtwerkers verklaart voor een deel dit verhoogde risico op deze gezondheidsklachten. Voor de andere leefstijlgedragingen zag ze dat nachtwerkers over het algemeen een vergelijkbare slaapduur, beweegpatroon in de vrije tijd en eetfrequentie hebben als dagwerkers. Het verbeteren van de ervaren slaapkwaliteit kan volgens de promovenda een nuttig aanknopingspunt zijn voor toekomstig interventieonderzoek.
Nachtwerk en gezondheid wordt steeds relevanter
Het proefschrift ‘Shift work: Health, lifestyle, and immunological effects’ van Bette Loef bespreekt een onderwerp dat voor veel werkenden relevant is. Niet alleen in de onderzochte beroepsgroep, maar ook daarbuiten. In onze 24 uurs-economie zijn we eraan gewend geraakt dat alles vrijwel onmiddellijk thuis kan worden afgeleverd. Dat heeft consequenties voor de werkenden, en die consequenties werden door de winnaar helder aan het licht gebracht. Vanwege hun grote relevantie hebben ze inmiddels al hun weg gevonden naar de NVAB-richtlijn Nachtwerk en gezondheid.
Lees meer
Anouk Trumpi en Michelle Nieuwenhuizen ontvingen vandaag de Reinier Zielhuispenning voor hun gezamenlijke onderzoeksartikel ‘Het digitale spreekuur in de bedrijfsgezondheidszorg en de tevredenheid bij werknemers’. Peter Flach (voorzitter van de CBZ) complimenteerde hen met hun vooruitziende blik:
‘Ik weet niet in welke glazen bol is gekeken bij de keuze van het onderzoeksonderwerp, maar dat de coronaproblematiek een onderwerp zo actueel zou maken was toen nog niet te voorspellen. Maar dat alleen bepaalt niet wie er met de penning naar huis gaat. Dat wordt bepaald door de kwaliteit van de onderzoeksopzet, de uitvoering en de wijze waarop de discussie de resultaten en het literatuuronderzoek integreert tot een geheel met een duidelijke conclusie.’ En ook dat is dik in orde bij het onderzoek van Anouk en Michelle.
Andere genomineerden
De andere genomineerden waren Ronald Hagenberg met het onderzoeksartikel “Participatiegedrag volgens bedrijfsartsen, een kwantitatieve inhoudsanalyse” en Sanja Colak met het artikel “Bevorderende en belemmerende factoren bij werkhervatting na bevallingsverlof: een kwalitatieve studie”.
Over de Reinier Zielhuispenning
De Reinier Zielhuispenning wordt eens in de twee jaar uitgereikt door de NVAB aan de arts die in het kader van de opleiding tot medisch specialist ‘Arbeid en Gezondheid – bedrijfsarts’ het beste onderzoeksartikel heeft geschreven. De artikelen worden ingezonden door de opleidingsinstituten NSPOH en SGBO. De CBZ beoordeelt de artikelen en roept de winnaar uit.
In 2011 werd Carel Hulshof benoemd tot bijzonder hoogleraar arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, als eerste op een door de NVAB ingestelde leerstoel. Dit jaar, 2020, nam prof. dr. Carel Hulshof afscheid van dit ambt. In zijn oratie ‘Blijven zagen’ in 2012 ging hij in op ontwikkelingen in de wetenschap en de praktijk van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde en gaf hij zijn plannen voor de leerstoel weer. In zijn afscheidsrede blikte hij zowel terug als vooruit en gaf hij aan waarom het ook voor de komende tijd belangrijk is te blijven zagen.
Arbeidsvitaminen: Een radioprogramma waar mensen vanaf het werk verzoeknummers kunnen aanvragen. Het is het oudste radioprogramma ter wereld.

In welke muziek zit werk? Het oude ‘Dark as a dungeon’ bezingt de gevaren van het werken in de mijn: The dangers are double and the pleasures are few. Maar: once a miner, always a miner. En dit is maar een van de vele mijnwerkersliederen, die allemaal verhalen over gevaar, maar ook over trots op het werk. Dat illustreert de paradox dat werk gevaren met zich mee kan brengen, maar toch heel veel voor mensen betekent, ondanks de gezondheidsproblemen.
Initiatief leerstoel
In 2007 is Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde onvoldoende academisch geworteld in Nederland. Er is onder meer gebrek aan universitaire infrastructuur, onderwijs in de basisartsopleiding, leerstoelen en promotieplaatsen. Omgekeerd is de wetenschap nog onvoldoende aanwezig in de praktijk. We doen wel pogingen tot meer evidence based werken, maar ook daar was nog een hele weg te gaan. Daarom adviseerde de Commissie Richtlijnontwikkeling en Wetenschap (CROW) het NVAB-bestuur daar iets aan te doen. Daaruit ontstond het initiatief tot een leerstoel om de wetenschappelijke basis van de beroepsuitoefening te versterken en de kloof tussen wetenschap en praktijk te verkleinen. Lang verhaal kort, bij de BG-dagen in 2011 werd ik letterlijk het ambt in gezongen.
Blijven zagen is een Belgische term en betekent: blijven aandringen om antwoord op je vragen te krijgen. Ik vind dat we dat als bedrijfsartsen ook voortdurend zouden moeten doen. De kern van bedrijfsgeneeskunde is nu net dat we niet alleen gevraagd, maar ook ongevraagd adviseren. Je moet erop uit, ga het bedrijf in, op de werkplek kijken. Carel: “Ik kan me dit vak niet goed voorstellen als je dat niet doet. Ik zou doodongelukkig zijn geweest als ik alleen maar achter dat bureau had moeten zitten. En ook: hoe kan je iemand adviseren als je niet weet hoe het werk eruit ziet?”

Trots op richtlijnontwikkeling
Richtlijnen in Pubmed zijn sinds 1990 enorm toegenomen, zowel absoluut als relatief ten opzichte van andere publicaties. Carel roept op tot gepaste trots: “Wij zijn de eersten geweest die een richtlijnprogramma ontwikkelden voor bedrijfsgeneeskunde. Natuurlijk kunnen er altijd zaken beter, dat krijgen we ook terug uit de praktijk. Maar het is ook een belangrijke mogelijkheid en instrument om ons vakgebied op de kaart te zetten, transparant te maken en daarmee werkelijk effectief te zijn.” Het maakte hem dan ook tevreden dat vanochtend uit antwoorden op de vraag die Gijsbert van Lomwel stelde, bleek dat richtlijnen toch over het algemeen als hulpmiddel worden gezien. Er zijn veel ontwikkelingen, met nadruk ook voor het bevorderen van de implementatie van richtlijnen. Verder is het interessant om te kijken naar andere vormen van evidence naast randomised clinical trials, hoewel die onverminderd belangrijk blijven. Meer aandacht voor personalised medicine is welkom, ook bij de ontwikkeling van richtlijnen, door te werken met verschillende cliëntprofielen en shared decision making.
Pro preventie
Daarnaast brak Carel opnieuw een lans voor het voldoende aandacht geven door de bedrijfsarts aan zijn preventieve taak. Mariska de Wit heeft in haar onderzoek een focusgroepstudie gedaan naar chronisch zieke werkenden. Wat al die patiënten noemden, was dat het vertrouwen dat men had in de bedrijfsarts een essentiële voorwaarde was om kwetsbare zaken te delen met de bedrijfsarts. Hoe kunnen we dat vertrouwen winnen? In ieder geval niet door alleen na zes weken, wanneer je door een opdrachtgever gevraagd wordt, eens te kijken en verder zo weinig mogelijk. Het enige wat je kunt doen, is als bedrijfsarts in de praktijk laten zien dat je iets kunt betekenen voor de mensen. De kennisagenda Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde is een mooie aanwinst, maar Carel zegt voldoende aandacht voor preventie te missen: “Preventie is naar mijn idee van essentieel belang, zeker in het licht van deze en wellicht toekomstige pandemieën. Het is niet alleen maar van belang dat mensen na Covid weer aan het werk gaan, maar we moeten ook proberen te voorkomen dat mensen in hun beroep een grotere kans hebben om het op te lopen. Goed dat daar ook meer onderzoek naar gebeurt.”
PMO
Over het Preventief Medisch Onderzoek is veel informatie beschikbaar, zowel over de theorie als over de uitvoering ervan. Zoals de leidraad PMO en een addendum voor mensen die werken met toxische stoffen. Er is een proefschrift verschenen met de evaluatie van het PMO bij verpleegkundigen, waar onder meer uit kwam dat het kosteneffectief was. Er wordt internationaal aandacht aan het PMO besteed. Er is het onderzoek van Felicia Los waaraan een groot cohort van bedrijfsartsen meedoet, er is een aantal recente richtlijnen waarin specifiek aandacht is voor het PMO, soms zelfs aangevuld met instrumentarium dat u kunt gebruiken. “Kortom, ik zou zeggen: do it!!!! Ik hoop dat velen van u in de praktijk dit ter harte zullen nemen,” spoort Carel de kijkers aan.
Afsluitend grijpt Carel terug op de muzikale start van de voordracht: “Tot slot. Blijven zagen, probeer dat vooral te doen. Blijf zagen als bedrijfsartsen en laten we hopen dat dan het nummer dat Merle Travis zo mooi zong, verandert in een strofe: ‘where the pleasures are double and the dangers are few’. Dank u wel.”
Bedankt

NVAB-voorzitter Gertjan Beens neemt ook afscheid van Carel: “Jouw vertrek is het einde van een tijdperk. Er breken nieuwe tijden aan. Volgens mij kunnen we zeggen dat jij een van degenen bent die het vakgebied bedrijfsgeneeskunde in Nederland op de kaart hebben gezet en ook internationaal aanzien hebben gegeven. Namens de NVAB: heel hartelijk dank daarvoor.”
Ook interessant
Bruggenbouwers zijn het, allebei. Carel Hulshof was de eerste bijzonder hoogleraar Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde vanuit de NVAB in Nederland, Frederieke Schaafsma is zijn opvolger. Met één voet in de praktijk en de andere in onderzoek brengen ze vraag en antwoord samen. Hulshof: “Deze passie delen we. En dat werkt erg aanstekelijk.” In gesprek met twee bevlogen bedrijfsartsen met hart voor de wetenschap.

Hoe hing de vlag erbij toen de NVAB deze leerstoel in het leven riep?
Hulshof: “Toen ik in 2011 aantrad, was de wetenschappelijke basis en de representatie van het vak arbeids- en bedrijfsgeneeskunde op de academie nog vrij minimaal. Dat is het eigenlijk nog steeds. We pleiten er vanuit de NVAB al ruim 25 jaar voor dat aan elke medische faculteit minimaal een hoogleraar op het gebied van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde zou moeten zijn. Een vak dat door zoveel artsen wordt uitgeoefend verdient ook een goede vertegenwoordiging in de wetenschap.” Schaafsma: “Helemaal mee eens. Ons vakgebied is belangrijk binnen de sociale geneeskunde door de verbintenis met maatschappelijk relevante thema’s. Het zou goed zijn als daar op alle umc’s aandacht voor is. Een leerstoel draagt daar aan bij.”
Wat heeft deze eerste NVAB-leerstoel in negen jaar zoal opgeleverd?
Hulshof: “Zo’n leerstoel is een aanstelling voor één dag per week. Daar moet je geen wonderen van verwachten. Wel is het goed voor de uitstraling van ons vak. Met de leerstoel laat de NVAB zien dat we als professionals veel waarde hechten aan de wetenschappelijke onderbouwing van ons werk. Bovendien: zo’n leerstoel zet ons vak toch even in de spotlights. Dat merkte ik ook aan de talloze keren dat ik ben gevraagd om te opponeren bij promoties of om bij te dragen aan discussies over thema’s als preventief medisch onderzoek of sociaal-medische begeleiding bij mensen met een chronische aandoening.” Schaafsma: “Carel heeft veel bereikt op het gebied van richtlijnontwikkeling. Daarmee heeft hij voor het veld goed zichtbaar gemaakt wat de NVAB kan betekenen in de professionalisering en zichtbaarheid van ons vak.” Hulshof: “Dat was inderdaad een grote wens van mij, om de wetenschappelijke basis van ons vak te verstevigen met documenten waarin alle beschikbare kennis over een bepaald thema overzichtelijk en zo gebruiksvriendelijk mogelijk bij elkaar komt. Eind jaren 90 ben ik samen met collega-bedrijfsarts André Weel in binnen- en buitenland op zoek gegaan naar een systematiek voor richtlijnontwikkeling die ons aanstond. Dat leidde destijds, mede doordat er ook twee promotieonderzoeken liepen, tot twee voorbeelden. Eén over de begeleiding van mensen met rugklachten en een over de begeleiding van mensen bij overspannenheid. Die eerste voorbeelden van richtlijnen zijn goed ontvangen. Het ministerie van Sociale Zaken besloot daarop om subsidie te geven voor verdere uitwerking.”
Het volledige interview verschijnt in TBV van 6 november 2020
Ter gelegenheid van de BG-dag 2020 kun je het nu al downloaden. Doe dat en lees de antwoorden op vragen als ‘Hoe werden de eerste richtlijnen ontvangen?’ en of de samenwerking tussen wetenschap en praktijk mooie resultaten oplevert.
Download het interview met Frederieke Schaafsma en Carel Hulshof
Zie ook: