Uit de Arbobalans 2009 bleek dat in 2008 bijna 80% van de werknemers aangaf minimaal één uur per dag beeldschermwerk te verrichten. Gemiddeld verricht de Nederlandse werknemer 3,8 uur per dag beeldschermwerk (CBS, 2010). Dit betekent een stijging van bijna een half uur per dag ten opzichte van 2003. Gezien de hoge prevalentie van computerwerk is het een uiterst relevant onderwerp. Deze evidence-based richtlijn gaat over computerwerk.
De auteurs van deze richtlijn hebben gekozen voor de term computerwerk in plaats van het veel gebruikte beeldschermwerk omdat het gebruik van een beeldscherm slechts een beperkt deel van de problemen veroorzaakt. Het gebruik van software en invoermiddelen is minstens zo belangrijk als het gebruik van het beeldscherm op zich. Dit sluit aan bij de definitie van beeldschermwerk die in de Europese richtlijn voor beeldschermwerk wordt gegeven namelijk dat het gaat om het geheel dat bestaat uit beeldschermapparatuur, een toetsenbord of andere voorziening voor gegevensinvoer, software, nevenapparatuur en de onmiddellijke werkomgeving.
In toenemende mate worden vaste computers vervangen door laptops, tablets of smartphones. In principe is de richtlijn ook op deze vorm van computergebuik van toepassing. Bij gebrek aan goed onderzoek bleek het echter moeilijk om op dit moment tot sterke aanbevelingen te komen met betrekking tot het gebruik van tablets of smartphones. Bij een mogelijke update van deze richtlijn over vijf jaar is er waarschijnlijk meer onderzoek beschikbaar en kan de richtlijn met deze onderwerpen uitgebreid worden.
We beperken computergebruik hier wel tot een meer kantoorachtige setting en kantoorachtige werkzaamheden. Voor computer- en monitorgebruik bij bijvoorbeeld surveillancewerkzaamheden of controlekamers zal de richtlijn niet of in mindere mate van toepassing zijn. Ook het gebruik van navigators of computers ingebouwd in vrachtauto’s of andere middelen van vervoer valt niet onder deze richtlijn.