Ga naar de inhoud

Hieronder vind je antwoord op enkgele veelgestelde vragen die we via onze leden kregen. Ook vind je verwijzingen naar handige websites en organisaties.

Veelgestelde vragen

Arboarts is beslist geen synoniem voor bedrijfsarts! De titel bedrijfsarts is beschermd en mag alleen worden gebruikt door sociaal geneeskundige specialisten die na hun artsexamen een vierjarige medische specialisatie hebben gevolgd op het gebied van arbeid en gezondheid. Daarna moeten ze zich elke vijf jaar opnieuw registreren door te voldoen aan verplichtingen op het gebied van nascholing, visitatie en kwaliteitsborging. Bedrijfsartsen zijn in het BIG-register te vinden als ‘arts’ met specialisme ‘arbeid en gezondheid – bedrijfsgeneeskunde’. Het BIG-register is door iedereen te raadplegen.

Een arboarts is een basisarts, zonder verdere opleiding en zeker geen specialist. Veel mensen weten niet dat de titel arboarts niet beschermd is. En zelfs de overheid gebruikt deze aanduiding soms ten onrechte als een synoniem voor bedrijfsarts. Als arbodiensten en verzuimbedrijven een arboarts inzetten/verhuren als bedrijfsarts is dat feitelijk misleidend. Krijgt u een brief die is ondertekend met ‘arts’ of ‘arboarts’, dan kunt u ervan uitgaan dat het geen bedrijfsarts is.

De privacy van zieke werknemers is goed beschermd: er bestaan strenge regels die voorschrijven hoe arbodienst en bedrijfsarts moeten omgaan met persoonlijke gegevens van werknemers. Uitgangspunt is dat de bedrijfsarts geen vertrouwelijk informatie over ziekte of aandoening deelt met de werkgever of een re-integratiebedrijf. Soms heeft de werkgever toch enige informatie nodig, bijvoorbeeld om te weten of vervanging geregeld moet worden of om maatregelen te kunnen nemen zodat je weer aan het werk kunt.

Beroepsgeheim

Als geneeskundig specialist is de bedrijfsarts gehouden aan het medisch beroepsgeheim. Meer informatie daarover vind je in deze uitlegfolder (‘factsheet’) van de rijksoverheid.

Ja, als werknemer heb je het recht om jouw hele medische dossier in te zien. De bedrijfsarts moet je ook een kopie geven als je daarom vraagt. Dit is wettelijk vastgelegd in ons land. De bedrijfsarts mag dus niet weigeren om je bepaalde gegevens te laten zien. Zelfs niet als hij denkt dat dit voor jou te zwaar is, bijvoorbeeld omdat het psychisch moeilijk kan zijn. De NVAB vindt het belangrijk dat de bedrijfsarts in zo’n geval wel ondersteuning geeft. Bijvoorbeeld door een gesprek aan te bieden na inzage, waarin je vragen kunt stellen.

Persoonlijke werkaantekeningen

Persoonlijke werkaantekeningen van de bedrijfsarts horen niet bij het medisch dossier. Daarom heb je geen recht om ze in te zien. Deze aantekeningen zijn alleen voor de bedrijfsarts en mogen niet met anderen gedeeld worden. Ze helpen de arts om na te denken of iets te onthouden. Na een tijdje zijn ze niet meer nodig en moet de bedrijfsarts ze vernietigen. Als de bedrijfsarts vindt dat iets een persoonlijke aantekening is, mag dit niet in het dossier komen. Als dat toch gebeurt, wordt het wel onderdeel van het dossier en mag jij het inzien.

Uitzondering

Er is één uitzondering op je recht om je hele dossier in te zien en een kopie te krijgen. De bedrijfsarts mag delen van het dossier achterhouden als dat nodig is om de privacy van een ander te beschermen. Dit kan gaan om informatie die je werkgever (of een andere persoon of organisatie) vertrouwelijk heeft gegeven. De bedrijfsarts moet dan goed nadenken wat voorrang krijgt: jouw recht om de informatie in te zien of de privacy van die andere persoon. Ook moet de arts nagaan of die persoon bezwaar heeft tegen het delen van de informatie. De NVAB vindt daarom dat de bedrijfsarts vertrouwelijke informatie van anderen niet in je medisch dossier moet zetten, maar ergens anders moet bewaren. Als hij het toch in je dossier wil zetten, moet hij dat zo doen dat jij die informatie later niet kunt inzien.

Normaal gesproken niet. De regel is dat een arts de medische gegevens van een overledene niet mag delen met anderen. Het beroepsgeheim blijft ook na de dood bestaan. Nabestaanden kunnen de arts niet vragen om die verplichting te verbreken. Omdat deze regel soms problemen geeft, zijn er drie uitzonderingen waarin de bedrijfsarts wel gegevens mag delen.

1. Verplichting om gegevens te delen

De eerste uitzondering is wanneer de wet voorschrijft dat de arts bepaalde gegevens moet delen. Een voorbeeld hiervan is de overlijdensverklaring volgens de Wet op de lijkbezorging (WLB).

2. De overledene zou toestemming hebben gegeven

De bedrijfsarts kan ook denken dat de overledene toestemming zou hebben gegeven als hij nog leefde. De arts probeert dan in te schatten wat de overledene gewild zou hebben. Vaak kan de arts ervan uitgaan dat de overledene zou instemmen als er vragen zijn over de behandeling of begeleiding. Bijvoorbeeld bij een vermoeden van een medische fout of als er erfelijke ziekten in de familie zijn.

In beide gevallen moet de bedrijfsarts ook kijken wie het verzoek doet, wat de relatie met de overledene was, hoe gevoelig de informatie is en wat het doel van het verzoek is. Dat de nabestaanden graag de informatie willen, is niet genoeg om aan te nemen dat de overledene zou hebben toegestemd, zelfs niet als het om belangrijke zaken gaat.

3. Zwaarwegende belangen

Het is ook mogelijk dat de bedrijfsarts geen toestemming kan veronderstellen, maar wel denkt dat er belangen zijn die zwaarder wegen dan het geheimhouden van de informatie. Financiële of emotionele belangen van nabestaanden, zoals rouwverwerking, vallen hier echter meestal niet onder, omdat die belangen niet zwaar genoeg zijn in vergelijking met het beroepsgeheim.

Als je je ziek hebt gemeld en de bedrijfsarts nog geen advies heeft gegeven, mag je werkgever geen medische gegevens van jou vastleggen. Ook mogen ze je in deze situatie niet vragen wat je wel en niet kunt doen (zogenaamde ‘functionele mogelijkheden en beperkingen’), omdat dit zo toch informatie over je gezondheid geeft. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de organisatie die zorgt dat iedereen zich aan de privacywetgeving houdt, mag alleen de bedrijfsarts medische informatie over jou verzamelen en opslaan.

Zolang je het zelf wil en je werkgever je niet onder druk zet, kunnen jullie wel praten over welke taken of functies je nog wel kunt doen. Zo kunnen jij en je werkgever samen, zonder de bedrijfsarts, praten over je terugkeer naar werk. De NVAB vindt samen met andere organisaties dat het goed is als werknemers zelf dit gesprek met hun werkgever beginnen, tenzij je een goede reden voor hebt om het niet te doen.

Als de bedrijfsarts advies heeft gegeven over wat je wel en niet kunt, is er meer mogelijk. Dan kunnen jij en je werkgever gerichter praten over je mogelijkheden om weer te werken. Dit kan als je de bedrijfsarts hebt gezien, of als hij een probleemanalyse heeft gemaakt of aangepast. De bedrijfsarts zorgt ervoor dat er geen medische gegevens in zijn advies staan. Hij vermeldt alleen wat belangrijk is voor je herstel en werkhervatting. Het doel van het advies is dat jij en je werkgever samen een goed plan van aanpak kunnen maken, zonder dat er medische gegevens worden gedeeld.

Meer informatie

Ja, dit is volgens de wet- en regelgeving toegestaan. Maar alleen als aan verschillende voorwaarden is voldaan.

Ten eerste moet er echt sprake zijn van een behandelteam (“functionele eenheid”). Dit team bestaat uit mensen die allemaal direct betrokken zijn bij jouw hulp, behandeling en/of begeleiding. Het maakt niet uit of ze allemaal bij dezelfde arbodienst werken. Ook hoeft het behandelteam niet op papier te worden vastgelegd. De directe betrokkenheid blijkt uit de taken die elke medewerker in jouw traject heeft.

Elk lid van het team mag zonder jouw voorafgaande toestemming alleen die medische gegevens inzien die nodig zijn voor hun taak in jouw situatie. Dit betekent niet dat ze toegang hebben tot je hele dossier.

Bij conflicten kan soms pas achteraf worden bepaald of aan deze eisen is voldaan. Een behandelteam kan ervoor kiezen om elke twijfel weg te nemen door toch altijd jouw toestemming te vragen. Normaal gesproken is het in jouw belang om die toestemming te geven, omdat het behandelteam er is om jou te ondersteunen, behandelen en adviseren.

Elk lid van het behandelteam moet zich na het inzien en delen van jouw medische gegevens houden aan het beroepsgeheim. Ze mogen deze informatie dus niet met anderen delen.

Bedrijfsartsen en arbodiensten mogen aan een re-integratiebedrijf alleen de gegevens geven die nodig zijn voor de re-integratie. Dit betekent dat de bedrijfsarts de volgende gegevens kan delen:

Jouw persoonlijke gegevens (zoals naam, adres, woonplaats en burgerservicenummer);
Beperkte informatie over jouw arbeidsongeschiktheid (zoals de datum waarop je ziek werd, de verwachte hersteldatum met of zonder hulp, en in hoeverre je wel of niet kunt werken);
De mening van de bedrijfsarts of arbodienst over jouw re-integratie (zoals wat je wel en niet kunt doen, of je het werk kunt hervatten, jouw wensen en het plan voor jouw re-integratie).
De bedrijfsarts moet jou laten weten dat deze gegevens worden gedeeld en met welk doel.

Soms kan het nodig zijn dat de bedrijfsarts ook medische gegevens, zoals een diagnose of klachtenpatroon, deelt met het re-integratiebedrijf. Hiervoor moet de bedrijfsarts jou altijd eerst om toestemming vragen.

Werknemers van het re-integratiebedrijf horen niet bij het behandelteam dat zonder jouw toestemming medische gegevens mag uitwisselen. Iemand helpen bij re-integratie is namelijk iets anders dan iemand behandelen. Jouw medische gegevens mogen dus niet zonder jouw toestemming worden gedeeld met een re-integratiebedrijf, ook al heeft het bedrijf die gegevens vaak nodig om hun werk goed te doen.

Als je geen toestemming geeft voor het delen van medische gegevens, kan dat wel botsen met jouw verplichting om mee te werken aan jouw herstel. Je hebt dus een (zeer) goede reden nodig om die toestemming niet te geven.

Links en verwijzingen

Hieronder vind je verwijzingen naar websites en organisaties die interessant kunnen zijn.

  • Arboportaal: Algemene informatie over gezond en veilig werken, Arbowetgeving, nuttige instrumenten, tips en nieuws. Handige links naar andere organisaties en relevante bronnen.
  • Autoriteit Persoonsgegevens: Met name informatie over de ‘zieke werknemer’ en gegevensuitwisseling.
  • CNV: Het Christelijk Nationaal Vakverbond behartig de belangen van CNV-leden op het gebied van werk en inkomen.
  • Centrum Werk Gezondheid en C-Support: praktische handreikingen over werken met langdurige coronaklachten opgesteld. De handreikingen zijn bedoeld voor werkgevers, werknemers en zelfstandig werkenden. 
  • C-Support: en stichting die ondersteuning en nazorg biedt aan patienten met Long COVID (bekijk ook de factsheet over PEM(pdf))
  • FNV: komt op voor de belangen van FNV-leden op het gebied van werk en inkomen.
  • Geschillencommissie Arbodiensten behandelt klachten over een arbodienst of een medewerker van een arbodienst. U kunt een klacht indienen als u een conflict heeft met uw arbodienst. Bijvoorbeeld als u zich onjuist behandeld voelt door de arbodienst of ontevreden bent over de klachtafhandeling.
  • Ieder(in): Netwerk voor mensen met een chronische ziekte of beperkingen.
  • Landelijke Pool Bedrijfsartsen voor Second Opinion (LPBSO): voert second opinions uit voor werknemers die via hun werkgever zijn aangesloten bij een arbodienst of bedrijfsarts die lid is van OVAL, KoM en ZFB.
  • MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid (voorheen LPGGz) is de koepel van, voor en door cliënten- en familieorganisaties in de ggz.
  • Patiëntenfederatie Nederland vertegenwoordigt ruim 160 patiënten- en consumentenorganisaties. 
  • Patiëntenfederatie Nederland – Werken met een chronische ziekte: alle vragen op een rij wat je bij ziekte kunt doen en verwachten rondom werk, ook interessant voor mensen zonder chronische aandoening.
  • UWV voor particulieren verzorgt de uitvoering van werknemersverzekeringen in Nederland en biedt arbeidsmarkt- en gegevensdienstverlening.
  • Werk en chronisch ziek: Programma’s, projecten, tools, informatiebronnen etc. over werken met een chronische aandoening. De site is gericht op werknemers, ZZP-ers, werkgevers en zorgverleners.