Ga naar de inhoud

Kwaliteitscyclus

KOERS en het bijbehorende Kwaliteitskader vormen een intern cyclisch kwaliteitssysteem waarmee de sociale geneeskunde zelf de kwaliteit van de opleidingen systematisch toetst en borgt.

Kwaliteitscyclus uitvoeren

Zowel voor de opleidingsinstituten als praktijkopleidingsinstellingen maakten we hulpmiddelen die helpen bij de uitvoering van de kwaliteitscyclus.

  1. Een Handleiding voor de aanpak van de kwaliteitszorg voor de opleiding met een praktisch en overzichtelijk stappenplan.
  2. Een format voor de rapportage over de uitkomsten van de kwaliteitscyclus voor de opleidingsinstelling en een voor het opleidingsinstituut.

De kwaliteitsrapportage ontvangen we graag via e-mail aan Jacqueline Gerritsen (NVAB) en aan de RGS.

Opleiden is een vak

Bij de opleiding van nieuwe bedrijfsartsen zijn verschillende opleiders betrokken: een instituutsopleider die verantwoordelijk is voor het cursorisch deel van de opleiding. In de praktijk zijn het de praktijkopleiders en eventueel supervisoren die de arts in opleiding voorbereiden op het vak. Hieronder lees je over de rol, positie en benodigde scholing voor deze functies.

Landelijk professionaliseringsplan voor praktijkopleiders sociale geneeskunde

In het Landelijk professionaliseringsplan voor praktijkopleiders (LPP) zijn bovenstaande uitgangspunten vertaald naar de opleiding voor praktijkopleiders. Het LPP is door de besturen van KAMG, NVVG en NVAB vastgesteld en geldt per 1 januari 2018. Het stuk is geactualiseerd per januari 2024.

Het LPP kent een basisscholing en een vervolgtraject.

  • De basisscholing is voor nieuwe opleiders die (nog) geen erkenning hebben en bestaat uit 5 modules die in 6 dagen verdeeld over 1,5 jaar worden gevolgd. Al erkende praktijkopleiders behouden hun erkenning en hoeven de basisscholing niet nog eens te doorlopen.
  • Het vervolgtraject loopt voortdurend door en is bedoeld voor alle opleiders, dus ook wanneer je al erkend bent.

Supervisoren aios bedrijfsgeneeskunde

Conform het Kaderbesluit staat de aios bedrijfsgeneeskunde gedurende de gehele praktijkopleiding onder supervisie van een praktijkopleider. Deze praktijkopleider kan de supervisie in de praktijk mede laten uitvoeren door een of meerdere andere bedrijfsarts(en). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren indien de praktijkopleider niet op dezelfde werkplek werkzaam is als de aios.  De praktijkopleider draagt dan een deel van zijn begeleidingstaken aan één of meerdere andere bedrijfsartsen over. Deze bedrijfsartsen, die in feite als verlengde arm van de praktijkopleider fungeren, treden op als supervisoren van de aios. De supervisor fungeert als vraagbaak en klankbord in de dagelijkse praktijk voor de aios. Tevens ziet hij toe op de uitvoering van de door de aios bedrijfsgeneeskunde verrichte werkzaamheden binnen de bedrijfsgezondheidszorg.

De rol en positie van de supervisor van de aios is afgeleid van die van de praktijkopleider. De NVAB heeft daarom bepaald* dat ook de supervisor van de aios een tweedaagse didactische basisscholing volgt waarin de supervisor voor die begeleidingstaken wordt toegerust en waarmee de kwaliteit van de praktijkopleiding wordt bevorderd. *Standpunt Taakdelegatie

Overgangsperiode

Om de implementatie hiervan mogelijk te maken heeft het NVAB- bestuur een overgangsperiode vastgesteld. Iedere bedrijfsarts die als supervisor van een aios bedrijfsgeneeskunde optreedt dient vóór 1 januari 2027 de tweedaagse scholing te hebben gevolgd.

Rol NVAB

In de uitvoering van KOERS zijn er twee cycli:

  1. Een kleine, lokale tweejaarlijkse cyclus. Daarin voeren de opleidingsinstellingen (hoofdopleider, praktijkopleider, aios) de zelfevaluatie uit, stellen een kwaliteitsrapportage op, inclusief een verbeterplan.
  2. Een grote, landelijke cyclus, waarin iedere vijf jaar door de wetenschappelijke vereniging, in samenwerking met de instituten en instellingen per specialisme een thematische bijeenkomst wordt georganiseerd. Overkoepelende verbeterthema’s (die uit meerdere kwaliteitsrapportages naar voren komen) alsmede de samenhang tussen praktijkopleiding en instituutsonderwijs staan op de agenda.

De NVAB heeft geen directe, actieve rol in de kleine, interne kwaliteitscyclus. Die wordt uitgevoerd door de opleidingsinstellingen en de opleidingsinstituten.

De wetenschappelijke vereniging heeft naar aanleiding van de interne kwaliteitscyci wel een toezichthoudende, bewakende rol.

Lees meer over de rol van de NVAB