FAQ: PAGO & PMO

3 vragen en antwoorden

1. Is er een document waar ik naar kan verwijzen voor antwoorden op veelgestelde vragen over het PMO?

Ja zo'n document is er. Antwoorden op de meest gestelde vragen over PMO vindt u in dit document. Verdere informatie over PMO vindt u via deze link elders op onze website.

« Terug naar index

2. Is er een verschil tussen een PMO en een PAGO?

Ja, er is een verschil tussen een PMO en een PAGO. Hoewel de termen soms door elkaar gebruikt worden, is een PAGO (Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek) niet hetzelfde als een PMO (Preventief Medisch Onderzoek). Een belangrijk verschil is, dat het aanbieden van een PAGO een wettelijke plicht is van de werkgever op basis van artikel 18 van de Arbowet.

De inhoud van een PAGO volgt uit de RI&E. Doel van dit onderzoek is het zoveel mogelijk voorkomen of inperken van de gezondheidsrisico’s die het werk met zich meebrengt. En zo beroepsziekten te voorkomen.

Niet elk PMO is een PAGO; PAGO-verplichting gehandhaafd
Een PMO hoeft een werkgever niet aan te bieden en kent ook geen verplichte inhoud. Waar het PAGO verplicht is en alleen gericht is op werkgerelateerde risico’s, gaat een PMO vaak over de algehele lichamelijke en geestelijke gezondheid en de leefgewoonten van een werknemer.

Werkgevers zijn dus verplicht om een PAGO aan te bieden, maar kunnen dit combineren met een PMO. De frequentie van het PAGO volgt uit de specifieke risico’s in de RI&E. Inmiddels heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie aangegeven dat haar inspecteurs actief gaan handhaven op deze verplichting.

Wat betekent dit voor je werk als bedrijfsarts?
Ga met je klant in gesprek over de in de RI&E geconstateerde risico’s, die werknemers lopen ten aanzien van hun gezondheid. Doe aan de hand daarvan een voorstel voor een geschikt arbeidsgezondheidskundig onderzoek en geef aan wat een passende frequentie zou zijn. Leg de klant uit dat met het aanbieden van een dergelijk onderzoek invulling gegeven wordt aan zowel de verplichting uit artikel 18 van de Arbowet als ook aan het zoveel mogelijk voorkomen van beroepsziekten bij werknemers.

 

Lees meer
https://www.rendement.nl/preventie/nieuws/het-verschil-pago-en-pmo.html
 

« Terug naar index

3. Is het toegestaan om in in het PMO van werkenden PSA-bepaling (risico-indicator prostaatkanker) mee te nemen?

Nee, dit is zeker niet zomaar mogelijk.

De WBO (Wet bevolkingsonderzoek) is van belang voor beantwoording van deze vraag. Concreet betekent dit dat een werkgever een vergunning van de minister van VWS dient te hebben verkregen indien er sprake is van:

  1. een onderzoek naar het bestaan van kanker of naar risico-indicatoren daarvoor
  2. een onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van ioniserende straling
  3. een onderzoek naar ernstige ziekten waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is.

PSA is een risico-indicator voor prostaatkanker en daarmee is de PSA-bepaling vergunningsplichtig. De kans dat een vergunning aan een arbodienst wordt verleend is ons inziens nihil gelet op de goede beschikbaarheid via de eerstelijnszorg en de follow-up die een taak is van de huisarts (eventuele verwijzing naar de tweede lijn). Ook het ‘op eigen verzoek’ van werknemers meenemen van de PSA in het PMO is niet zonder meer toegestaan. Het is immers de bedrijfsarts die verantwoordelijk is voor de inhoud van het PMO. De bedrijfsarts kan worden aangesproken op de inhoud van het PMO. Hij moet derhalve voor de werknemers die dat wensen vergunning aanvragen bij VWS. (NB. toepassing van het Sanquin-model verandert wezenlijk niets aan de situatie). Het juridisch toetsmoment is het doen van het onderzoek, niet het al dan niet geven van de uitslag daarvan aan de werknemer.

Wij zien de rol van de bedrijfsarts als een bewaker en bevorderaar van de gezondheid van de werknemer (workers’ health). Dat legitimeert het meenemen van persoonsgebonden risico’s (leefstijlfactoren, chronische aandoeningen, het gebruik van geneesmiddelen) bij PMO. Persoonsgebonden factoren zijn relevant voor iemands belastbaarheid en de inzetbaarheid in het werk. Maar de wet stelt zijn grenzen hieraan. De huisarts is de aangewezen persoon om nader in te gaan op de zorgen die mensen zich terecht of ten onrechte maken over hun kans op prostaatkanker. De huisarts bepaalt individueel of een PSA-onderzoek moet plaatsvinden. Een individueel onderzoek vanuit de eerstelijn is niet vergunningsplichtig in de zin van de WBO.

Wij adviseren bedrijfsartsen daarom om werknemers (en werkgevers) met PSA-vragen, of dat nu bij PMO is of daarbuiten op bijvoorbeeld een open spreekuur, te verwijzen naar de huisarts voor het onderzoek zelf én voor de eventueel nodige follow-up.

Een soortgelijke redenering kan men ook opzetten voor andere markers van een kankerrisico, of een andere (chronische) aandoening. Een uitzondering geldt wanneer er sprake is van een duidelijk arbeidsgerelateerde aandoening. Indien een vorm van kanker (mede) door arbeidsfactoren kan worden veroorzaakt, én er zijn goede therapeutische interventies beschikbaar voor deze aandoening in het stadium waarin de test deze opspoort, dan zijn er sterke argumenten om een dergelijke test in het PMO van blootgestelde werknemers op te nemen, uiteraard na verkregen vergunning van VWS.

Verdere informatie over PMO en over PMO van werkenden vindt u via deze link elders op onze website

« Terug naar index