FAQ: artseneed

Is de artseneed te combineren met de "eed of belofte financiële sector"? En wat als ze strijdig zijn met elkaar?

Volgens het tuchtrecht heeft de artseneed bij strijdigheid altijd voorrang op verplichtingen die werkgevers of sectoren opleggen via een andere eed of belofte.

Toelichting
Artsen die werkzaam zijn in de financiële sector kunnen sinds 1 april 2015 te maken krijgen met de plicht tot het afleggen van de “eed of belofte financiële sector”. Deze geldt voor alle medewerkers van banken, verzekeraars of andere financiële instellingen en zodoende ook de artsen die in deze sector werkzaam zijn zoals bedrijfsartsen.

Via de NVAB Vraagbaak en via de KNMG Artseninfolijn zijn herhaaldelijk vragen gesteld over de verhouding tussen de artseneed en deze eed of belofte financiële sector. De bankierseed blijkt niet altijd en in alle opzichten verenigbaar met de artseneed en andere (gedrags)regels voor artsen. Dit betreft onder andere het punt van het medisch beroepsgeheim. Hoe moet een arts-medewerker handelen in het uitzonderlijke geval dat de eed of belofte financiële sector iets anders voorschrijft dan de artseneed?

Uit het systeem van de wet volgt dat een arts altijd gebonden is aan de regels die voor artsen gelden. Die regels kunnen niet aan de kant worden gezet door verplichtingen die werkgevers of sectoren opleggen met een eed of belofte. Belangrijk om te weten is dat de tuchtrechter ook als zodanig redeneert. De KNMG adviseert daarom dat wanneer toepassing van de bankierseed strijd oplevert met de artseneed of andere (gedrags)regels, de laatste voorrang hebben. Een arts werkzaam in de financiële sector, is voor alles arts.

Zie ook:

« Terug naar index