De markt, de zorg en de menselijke maat

15 november 2012

De markt

Een arbodienst die adverteert met de slagzin ‘omdat mensen de motor zijn’ maar die haar eigen mensen tussen kerst en oudejaarsavond per sms of telefoon laat weten of ze ontslagen worden (zonder sociaal plan) of mogen blijven………….

Arbodiensten die receptionisten ontslaan en de bezoekers voor het spreekuur van de bedrijfsarts van tevoren een code opsturen waarmee ze zich na het intoetsen daarvan bij de deur van een gebouw toegang tot de wachtruimte kunnen verschaffen zonder dat er een loket of voorziening is waar ze iemand iets kunnen vragen…………

(Account)managers die slechts oog hebben voor het aantal declarabele uren zonder zich om de kwaliteit en inhoud daarvan te bekommeren………. 

Contracten die met bedrijven gesloten worden waarbij de bedrijfsarts of een andere arboprofessional alleen mag komen opdraven als het wettelijk echt niet meer anders kan en waarbij werknemers zelf geen afspraak met hen mogen maken ……..

De zorg

Ja, de gezondheidszorg kan van de marktwerking in de arbodienstverlening nog wat leren. Ik spreek bewust over arbodienstverlening (‘is u van de arbo?’) want de term bedrijfsgezondheidszorg lijkt nog slechts door hopeloze romantici van de oude stempel (zoals ik) gebezigd te worden. ‘Zorg’ is voor sommigen in dit vakgebied een besmet woord geworden met associaties als ‘medicaliserend’, ‘pampering’ en ‘passief makend’. Mijns inziens voor het grootste deel ten onrechte!

In recent en al wat ouder onderzoek naar de begeleiding van werknemers met psychische klachten en met rugklachten blijkt continuïteit van zorgverlening door de bedrijfsarts of een andere deskundige professional vrij consistent een belangrijke en onafhankelijke voorspeller van een positieve uitkomst en vroegere terugkeer naar werk te zijn [1-3]. Kortom: werkgevers die slechts eenmalig en ook nog te laat de bedrijfsarts of andere deskundige inschakelen doen niet alleen hun werknemers tekort maar ook zichzelf!

De menselijke maat

In deze markt dreigt de menselijke maat nogal eens verloren te raken. Met de nieuwe mantra ‘verzuim is een keuze’ worden complexe zaken versimpeld. Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat de bandbreedte voor die keuze niet voor iedereen gelijk is. Andere factoren die in veel gevallen niet vrij gekozen worden, zoals het wel of niet hebben van een chronische ziekte of het hebben van regelmogelijkheden in het werk, spelen bij het optreden van verzuim een grote rol. Maar veel werknemers die het hier met hun bedrijfsarts over zouden willen of moeten hebben komen daar op grond van bestaande minimale contracten eenvoudig niet terecht.

En als ze dat geluk (?) wel hebben, moeten ze steeds vaker ergens bij de deur van een anoniem gebouw een code intoetsen om in een lege wachtruimte te komen waar een eenzame bedrijfsarts ze na verloop van tijd in de spreekkamer binnenroept. Dat voor een effectieve en efficiënte bedrijfsgezondheidszorg deels nog evidence uit kwalitatief goed onderzoek nodig is, is helder. Maar voor sommige zaken in de zorg, zoals het hanteren van een empathische benadering of het ontvangen van patiënten/cliënten in een vriendelijke of geruststellende omgeving hebben we geen evidence nodig, toch? Dat is een zaak van fatsoen!
De Dreverhavens van de zorg hebben daar echter geen boodschap aan.

Carel Hulshof


Referenties:

  1. Van der Weide WE, Verbeek JH, Van Dijk FJ. Relation between indicators for quality of occupational rehabilitation of employees with low back pain. Occup Environ Med 1999;56:488–93
  2. Nieuwenhuijsen K, Verbeek JH, Siemerink JC, Tummers-Nijsen D. Quality of rehabilitation among workers with adjustment disorders according to practice guidelines; a retrospective cohort study. Occup Environ Med 2003;60 Suppl 1:i21-5.
  3. Rebergen DS, Bruinvels DJ, Bos CM, van der Beek AJ, van Mechelen W. Return to work and occupational physicians' management of common mental health problems-process evaluation of a randomized controlled trial. Scand J Work Environ Health 2010;36(6):488-98