De dokter en het publieke debat (column KNMG)

16 oktober 2018

Geschreven door Gert van Dijk, ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC - 15 oktober 2018.

Mag een arts asielzoekers ‘hitsige nieuwkomers’ noemen? Die vraag speelde onlangs in Medisch Contact, waar een psychiater zich stoorde aan het in haar ogen grove taalgebruik van een collega. Ook in Australië barstte recent een zelfde discussie los, toen een arts zich openlijk verzette tegen het homohuwelijk. De Medical Board of Australia stelde in een nieuwe gedragscode voor: ‘If making public comment, you should acknowledge the profession’s generally accepted views and indicate when your personal opinion differs’. Dat werd geïnterpreteerd als een inperking van de vrijheid van meningsuiting van artsen. Is dat terecht, hebben artsen inderdaad minder vrijheid om zich uit te spreken dan andere burgers?

Allereerst: controversiële uitspraken van artsen kunnen de arts-patiëntrelatie ondermijnen. Nog los van het feit dat ‘toegankelijke zorg voor iedereen’ een fundamenteel mensenrecht is: hoe zal een homoseksuele man zich voelen als hij weet dat zijn arts strijdt tegen het homohuwelijk? Zal hij die arts nog vertrouwen? Hoe zal een asielzoeker zich voelen als die weet dat zijn arts negatief over hem denkt? ‘Kies dan maar een andere arts’ gaat volgens mij niet op: patiënten zijn vaak in een kwetsbare positie en niet iedereen is assertief genoeg om een andere arts te kiezen – als die keuze er al is. Ook het argument dat een in het openbaar geuite privémening geen invloed heeft op het professionele gedrag gaat volgens mij niet op. Zelfs als jouw privémening geen invloed heeft op je gedrag, dan nog zal de patiënt geen onderscheid kunnen maken tussen de ‘privépersoon’ en de ‘professional’. Voor een patiënt ben je altijd arts, ook als je niet aan het werk bent.

Lees de hele column op www.knmg.nl